ZEN, Michaelis, Brondgeest, Van Os, Van Ravenswaaij. Nog
belangrijker dan deze schilderijen, schijnen mij de portefeuilles
met schetsen en teekeningen, die ware schatten bevatten, en door
vele reizigers in het geheel niet opgemerkt worden. Onder andere
zag ik er daarin van G. Douw, Van Ostade, Van der Velde en
vele anderen, als mede van beroemde en groote Italiaansche
meesters, die voor groote sommen gelds zijn aangekocht, sommige
zelfs voor duizend en twee duizend gulden. De bezittingen en
inkomsten van het Genootschap zijn niet algemeen bekend, de
Directie maakt daar een geheim van; doch men bemerkt ligt aan
alles, wat men er ziet en wat het uitwerkt, dat het eene der rijkste
stichtingen in Holland is. Behalve het reeds genoemde, worden
hier ook voorlezingen gehouden; natuurkundige proeven gedaan,
en jaarlijks prijsvragen uitgeschreven, waarbij tachtig dukaten
worden uitgeloofd. Gaat het Genootschap steeds voort in t bevor
deren van het algemeene welzijn, in de laatste jaren schijnt het
voor de physica niet zoo veel te hebben geleverd. De reden hier
van moet men echter niet zoeken in de inrigting van het Genoot
schap, maar in den hoogen ouderdom van den onlangs gestorven
Professor Van Marum, die, na lang de ziel van dien wetenschap-
pelijken arbeid des Genootschaps geweest te zijn, eindelijk aan
zwakheid des ouderdoms begon te lijden. Zijne plaats is waardig
bezet door den Hoogleeraar J.G.S. Breda, die tot secretaris van
de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen en tot Direc
teur van Teijler's museum benoemd en aangesteld is geworden.
Van hem kan men een nieuw leven en uitgebreide werkzaamheid
ten aanzien van onderscheidene takken der wetenschap verwachten.
In den Heer Michaelis bezit het Genootschap een hoogstervaren
opzigter, die door de wijze, waarop hij den weetgierigen reiziger,
die hem is aanbevolen, rondleidt, er veel toe bijdraagt, om de
inrigting zoo algemeen nuttig mogelijk te maken. Toen hij, ons
rondvoerende, op de groote schilders, die in Haarlem geboren
zijn, het gesprek bragt, en ons de stukken van Wouwerman, N.
Berghem, E. van der Velde, F. Hals, J. Ruijsdaal, A. van
Ostade, B. Van der Helst, J. Van Hugtenburg liet beschou
wen, kon men zeer goed hooren, dat hij met de kunst innig ver
trouwd was.
245