254
vormde een waardige afsluiting van dit eerste lustrum van de
werkgroep.
Verkenningen vonden plaats bij werkzaamheden o.a. in riole
ringssleuven in de Leidse buurt, Lange Herenstraat, Pijlslaan,
Verwulft en Grote Houtstraat, Krocht en omgeving, het Rozen-
prieel, de Gasthuisstraat, Kruisweg westzijde, de Oosterhoutlaan
en de Ravelingsteeg.
In augustus werd een onderzoek ingesteld op een terrein achter
Groot Heiligland 18/Omvalspoort en een beerput geledigd. De
zandlaag bevond zich hier 1.25 m onder het maaiveld. Dit onder
zoek leverde geen resultaten op. Daarna werd eveneens in augus
tus, tezamen met de Dienst Monumentenzorg Haarlem, een arche
ologisch onderzoek gedaan onder de vloeren van het pand Jans
straat 47 (voormalige slagerij). Niet minder dan 5 bewoningsni-
veaus konden worden vastgesteld. De oudste lag 140 cm beneden
het huidige maaiveld en bestond uit een 70 cm dikke zwarte
ophogingslaag uit de 15e eeuw. Op een diepte van 185 cm was
nog een rest van een muur aanwezig. Deze was gebouwd van
kloostermoppen op formaat 29V2/30 X 14/15 X 6V2/7 cm. Zij
waren in het zand van de oude duinen op veldkeitjes gefundeerd.
Wij hebben hier mogelijk te doen met een bouwrest van het voor
malige Begijnhof.
Behalve met een inmiddels gestaakte verkenning in de tuin van
het voormalige Elisabeth's Gasthuis werd vanaf juli een begin
gemaakt met de vóórverkenning onder het Brinkmann-complex
aan de Grote Markt. Deze dient ter voorbereiding van het oud
heidkundig bodemonderzoek dat zal gaan plaatsvinden zodra de
verbouwing en wijziging van het complex een aanvang neemt.
Dit onderzoek zal gaan geschieden tezamen met het Instituut voor
Pre- en Protohistorie en zal worden vergezeld van een historisch
onderzoek.
Met toestemming van de huidige eigenaars wordt op een aantal
plaatsen onder de vloeren gezocht naar nog niet vergraven gedeel
ten van de bodem, want alleen op dergelijke ongestoorde gedeel
ten kan een oudste bewoning worden onderkend.