260
Als het goed is dan blijft de belangstelling voor een monument
niet beperkt tot het bewonderen van een mooie gevel. Het leven
dat zich daarachter heeft afgespeeld kan minstens even interessant
zijn. Met het vermoeden dat ook Gedempte Oude Gracht 60 in dit
opzicht iets te onthullen had werd een onderzoek naar de geschie
denis ingesteld. Zoals kon worden verwacht bleek dat er oor
spronkelijk op deze plaats twee afzonderlijke huizen stonden. Het
linker pand was in de 16de eeuw een lakenververij, genaamd ,,'t
Blaeuwe Hert". In die tijd waren er verscheidene van dit soort
bedrijven aan de Oude Gracht gevestigd. Deze tak van nijverheid
liep blijkbaar in het begin van de 17de eeuw terug. De ververijen
verdwijnen dan geleidelijk. Dit kwam mede door de vervuiling die
zij veroorzaakten. Enige omwonenden dienden in 1614 tegen deze
overlast een bezwaarschrift in bij de vroedschap. De vestiging van
ververijen op het gedeelte tussen de Jacobijnestraat en het Spaar-
ne werd toen verboden. De welstand van de Oude Gracht onder
ging hierdoor een verbetering. Er werden nieuwe huizen gebouwd
die tot het beste van deze gracht gerekend zouden worden. Het
rechter gedeelte van nummer 60 werd reeds in 1594 vernieuwd;
het linker gedeelte volgde omstreeks 1615. Van 1631 tot 1662
was dit de woning van de kunstschilder Pieter de Molijn. Vervol
gens komt de naam voor van de predikant Simon Hellius. Naar
hem ging het steegje naast het huis ,,Helliuspoort" heten.
Blijkbaar leidden de twee panden gedurende de gehele 17e eeuw
een eigen bestaan. In het begin van de 18e eeuw kwam daar
verandering in. Een naar zijn naam te oordelen deftig personage
wordt in 1709 eigenaar van het linker gedeelte. Het is Wijnand
van der Maes d'Avenrode, Raad en regerend Schepen van Haar
lem. Vervolgens koopt hij in 1717 ook het rechter pand. De sa
menvoeging zal zich dus toen voltrokken hebben. Hieruit kan de
gevolgtrekking worden gemaakt dat de bovengevel met de pilas
ters dateert uit omstreeks 1717. De steensoort en de bouwstijl
doen echter denken aan een bouw in het derde kwart van de 17e
eeuw. In de oorspronkelijke staat moet de gevel kruiskozijnen
hebben gehad en een eenvoudige strakke middenpartij. Hoe het
ondergedeelte aanvankelijk was valt slechts te raden. In zijn hui
dige vorm kan de onderbouw worden gedateerd op circa 1753.