266
schuine hoek maakte. Deze eenheid is typerend voor de tijd waar
in een toppunt van bloei was bereikt. Wij vinden dat weerspiegeld
in de stedelijke atlas van Blaeu. Een daarin voorkomende kaart
van Haarlem, gedateerd 1646, toont rijen keurig in het gelid
staande huizen die ogenschijnlijk gelijk zijn. Daar bijna ieder huis
een andere bouwheer had, was op allerlei detailpunten onder
scheid aanwezig. Liet een opdrachtgever meer dan één huis bou
wen dan kon een aaneenschakeling ontstaan van identieke eenhe
den. Meestal bleef dit tot groepen van twee of drie beperkt. Nog
bestaande tweelinggevels zijn Berkenrodesteeg 4 en 6, Krocht 8
en 8a, Spiegelstraat 3 en 5 en Spaarnwouderstraat 84 en 86.
Bekend zijn ook de „drielingen" Grote Houtstraat 120-124 en
Jansstraat 61-65. Een extreem voorbeeld van een grotere reeks
zijn de Gasthuishuisjes aan het Groot Heiligland 63-85. Vooral
toen het aantal nog compleet was kon de twintigvoudige herhaling
van hetzelfde geveltje misschien terecht „eentonig" worden ge
noemd. De resterende twaalf genieten onze blijvende bewonde
ring. Juist door de elders gegroeide verscheidenheid is de hier
bewaarde eenheid een exclusief verschijnsel geworden.
Gasthuishuisjes, Groot Heiligland; bovenaanzicht van de in 1931 gebouwde
ziekenhuisgang en de toen ingekorte zadeldaken van de huisjes. Foto Open-
bare Werken, Haarlem: Jos Fielmich.