267
Nu wij bij deze 64 meter lange rij trapgeveltjes zijn aangeland,
loont het de moeite even bij hun verleden stil te staan. Zonder de
stadsbrand van 1576 zouden zij er niet gekomen zijn. Het door
die ramp verwoeste Sint Elisabeth's Gasthuis, gelegen tussen de
Grote Houtstraat en de Koningstraat, kreeg nieuwe levenskansen
in het voormalige Minderbroedersklooster aan het Groot Heilig
land. De als gevolg daarvan op deze plek begonnen bouwactivitei
ten zouden tot in onze tijd voortduren. Het lijkt vreemd dat de
gasthuismeesteren ook woningen lieten bouwen. Ziekenverpleging
was echter in die tijd nog niet hun enige en zelfs niet hun voor
naamste taak. Wie wat spaargeld had en tot de ouderen behoorde
kon zich als provenier laten inschrijven en had dan voor de rest
van zijn leven onderstand en huisvesting. Voor dat doel dienden
blijkbaar de 20 „nummerhuizen", zoals zij in de annalen van het
Gasthuis vermeld staan. Later waren het gewoon verhuurde wo
ningen. Volgens het in 1931 uitgegeven boek over de geschiedenis
van het Gasthuis werden zij gebouwd tussen 1608 en 1616. De
serie besloeg toen een lengte van totaal 106 meter. In deze perio
de kwam ook het Oude Mannenhuis aan de overzijde tot stand;
sinds 1913 is dit ons Frans Halsmuseum. Een en ander ging ge
paard met een duidelijk streven de stad te verfraaien. De stedelij
ke bebouwing stelde ten tijde van de Spaanse bezetting vermoede
lijk niet veel voor. De periode van opleving die daarna was inge
gaan geeft blijk van een systematisch bouwbeleid. Het stadsbeeld
kreeg daardoor geleidelijk aan een zeer verzorgd aanzien.
In het naar Schalkwijk verplaatste Gasthuis hangt een in olieverf
op hout geschilderde plattegrond, gedateerd 1754. Deze werd ge
maakt door de toenmalige timmerman van de inrichting, L. Over-
veen. Dit document toont ons de ligging en indeling van de huis
jes. Zij werden toen reeds „Nommerhuijsen" genoemd. Links van
de poort waren er acht en rechts twaalf. De twee die links tegen
de poort stonden waren verbouwd tot stadsapotheek. Dit kwam
ook in de gevels tot uitdrukking. Deze bestemming duurde van
1701-1895.
De in het midden van elk geveltje geplaatste voordeur gaf toegang
tot een voorhuis. Terzijde hiervan was een smalle kamer met
bedstede. Het eigenlijke woonvertrek lag er achter en bevatte twee