268
bedsteden. Een gang leidde naar een klein achterhuis, grenzend
aan de muur van het Gasthuis. Deze achterhuizen werden soms
afzonderlijk verhuurd. Zij bevatten een stookplaats en een bedste
de. Ook langs de Gasthuisvest stonden woningen die aan het Gas
thuis behoorden. Deze waren geheel anders en zijn vermoedelijk
eerder gebouwd. In 1757 werd één van de nummerhuizen be
stemd tot „derde stadsschool". De verdieping diende als leslokaal;
beneden woonde de meester. In de negentiende eeuw, toen een
grote armoede heerste, waren de huisjes ten prooi aan verpaupe
ring. Aan onderhoud zal waarschijnlijk niet veel gedaan zijn. De
opzichter der gebouwen meldde in 1858 dat in enkele huizen
varkens gemest werden en dat er bewoners waren die kippen in
het voorhuis hielden. Tien jaar later bleek dat men in 13 huizen
stookte in hokken of bergplaatsen zonder schoorsteen. Voor ont
snapping van de rook waren enkele dakpannen opzij geschoven.
De eerste grote verandering ging zich voltrekken in 1870 en enke
le jaren daarna. Wegens ruimtegebrek werden enkele huurhuizen
voor ziekenhuisdoeleinden in gebruik genomen. Dit leidde tot slo
ping van de huizen aan de Vest. De meeste achterhuizen van de
woningen aan het Groot Heiligland moesten verdwijnen. De stads
apotheek onderging daarbij een verbouwing. De links van de
apotheek resterende voorhuizen werden gedeeltelijk voor de
dienst van het Gasthuis in gebruik genomen en de verdiepingen
werden tot zusterkamers ingericht. Het nieuwe gebouw aan de
Gasthuisvest kwam in 1873 gereed.
Vorengenoemde ontwikkeling was nog slechts de inzet van een
voor de huisjes noodlottige toekomst. Het exploiteren van wonin
gen werd niet meer gerekend tot de taak van het Gasthuis, dat
inmiddels uitsluitend ziekenhuis geworden was. De ruimtebehoef
te werd steeds groter. Men volstond niet met de bebouwing van
het nogal grote binnenterrein, maar besloot ook de grond van de
nummerhuisjes in te lijven. De acht stuks links van de poort vie
len in 1906 aan dit beleid ten offer. Er kwam een gebouw voor in
de plaats waarin een polikliniek en een laboratorium werden ge
vestigd. De bouwmeester hield de gevel in oude trant. Het ge
denkboek vermeldt dat er tegen het slopen van de nummerhuisjes
een storm van protest opstak. „Er ontstond als het ware een wed-