De heer Jessurun, hoofddirecteur van de Rijksdienst voor de Mo numentenzorg te Zeist, zowel als de heer Hekkert van het Minis terie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, benevens onze burgemeester mr. dr. De Gou bezegelden de plechtige ingebruik name van deze panden met prachtige en waarderende redevoerin gen. Een rondleiding en een koud buffet besloten deze, voor Dio genes zo feestelijke dag. In juli kon worden begonnen aan de restauratie van het pand aan het Korte Spaarne 15, één geheel vormend met het achtergelegen pand aan de Spaarnwouderstraat no. 19, waarover wij in het vorig jaarverslag al iets mededeelden. Architect Van der Sterre ont wierp hierin een achttal appartementen, welke bouw voor een bedrag van 992.000,aan aannemer Van der Luitgaarden werd opgedragen, met een opleveringstermijn van twaalf maan den. IJverig heeft Diogenes ook meegewerkt aan de activiteiten van de gemeentelijke commissie Monumentenjaar 1975, en richtte een stand in op de tentoonstelling „Sterck en Weldoortimmert" in de Vishal. Aan het Gemeentebestuur werden suggesties gedaan voor de ver betering van het Begijnhofkwartier, en met name het Goudsmids- pleintje. In het kader van het Monumentenjaar 1975 besloot de Gemeenteraad op voorstel van B. en W. om het pand Donkere Spaarne 50 aan Diogenes te verkopen voor 40.000,— te betalen bij liquidatie van de stichting. Over restauratie van verscheidene panden in de binnenstad wer den onderhandelingen gevoerd en plannen gemaakt, waarvan wel licht in een later stadium de resultaten zullen blijken. Het bestuur van Diogenes deed aan B. en W. een suggestie toekomen om in het Monumentenjaar een studie te bevorderen over de zo belang rijke Haarlemse bouwkunst in de eerste helft van de zeventiende eeuw, met architecten als Lieven de Key, Jacob van Campen, Pieter Post en Salomon de Bray. Contacten werden onderhouden met gelijksoortige instellingen als Diogenes in andere steden. In de loop van het jaar hebben de voorzitter C. Lynzaad en de 308

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 310