41
Zijn eigenschappen en bekwaamheden deden hem bij uitstek ge
schikt zijn om tientallen jaren achtereen onder omstandigheden
die hemelsbreed verschillen met die waaronder wij nu leven, een
der grootste landgoederen in ons land te besturen en te behoeden,
en daarbij op de bres te staan voor de belangen van zijn principa
len.
Wellicht was zijn bekwaamheid voor de belangen van anderen op
te komen ook toe te schrijven aan een zodanig meevoelen met
hen, dat hun zaken de zijne werden. De problemen en moeilijkhe
den die zich daarbij voordeden heeft hij intensief en met toewij
ding meebeleefd en helpen oplossen. In vaak hoog oplopende
meningsverschillen wist hij zijn opvattingen, beleidvol en met kal
me tact, te doen zegevieren.
Na de Tweede Wereldoorlog in 1945 verzocht de Commissaris
der Koningin hem een benoeming tot lid van een der kamers van
het in het arrondissement Haarlem in te stellen Tribunaal te aan
vaarden. Wegens de toen al op handen zijnde bestemmingsveran
deringen van de onder zijn beheer staande landgoederen en de
daaruit voortvloeiende sterke toename van werkzaamheden,
meende hij zich voor deze functie- niet beschikbaar te kunnen
stellen.
De mens is onsterfelijk zolang niet zijn taak op aarde ten einde is.
Dit betekende dat hij, die veel verloren zag gaan waaraan hij was
gehecht, tot op hoge leeftijd nog het heden moest beleven. Het
werd hem opgelegd in een nieuwe tijd de liquidatie te begeleiden
van wat in bijkans drieëneenhalve eeuw door vorige generaties
was samengevoegd en zorgvuldig bijeengehouden. Hij was er toe
in staat en kweet er zich van, omdat hij scheiding wist te maken
tussen zaken en gevoelens, en de beheerstheid kende die vorige
geslachten eigen was. Het vervulde hem, ondanks een diepe te
leurstelling over het uiteenvallen van dit bezit, toch met voldoe
ning dat grote delen van het Elswoutse condominium onder lei
ding van anderen een eigen leven konden leiden, nü ten algeme
nen nutte.
Zijn kennis en ervaring bleef men op prijs stellen. In 1951 werd
hij benoemd tot lid van de Raad van Bijstand van de Stichting het
Nationale Park de Kennemerduinen. En toen in 1958 ook het