52 van ijdelheid (ik denk de meest algemene menselijke eigenschap die er bestaat) heb ik ooit bij hem opgemerkt. Hij vond zijn werk goed, kende blijkbaar ook geen twijfels hierin. Overtroffen heeft hij zichzelf in de grote transeptramen in de St. Bavo, als ik het wel heb zijn eerste grote werk daar, of het moeten de veertien Kruiswegstaties (in sectiel) zijn. Wandschilderingen maakte hij o.a. in de kapel van de Keizer-Le- opold-Universiteit te Innsbruck, in de Abdij van Egmond, het Canisiuscollege te Nijmegen en weer: gebrandschilderde ramen in talrijke kerken en kloosters, tot zelfs in Afrika toe. Merkwaardig is dat hij ook de machinekamer van het gemaal van de Deltawer ken te Zierikzee verluchtte! Bijvoet had ook een beeldhouwershand, hij sneed een groot kruis beeld in hout, en een biechtstoel in de St. Bavo verrijkte hij met houtsnijwerk; hij maakte ook grafisch werk en toonde zich een meester in het maken van ex-librissen. Han had het voorrecht handig te zijn, vandaar dat hij de beeld houwersguts kon hanteren en zich verschillende technieken blijk baar moeiteloos eigen maakte. Hij schilderde ook portretten en men bewondert in het Haarlemse stadhuis het fraaie paneel ter gedachtenis aan de gijzelaars. Een volledige lijst van zijn werken te maken zou maanden vergen, maar ik wil er nog op wijzen dat men ook gebrandschilderd glas aantreft in de St. Bavo te Heemskerk, in het gebouw van de Spaarnestad, in de Petrus en Paulus kerk te Leiden, het Seminarie Warmond en het Klooster te Ter Apel. De schilder Kees Verwey maakte een indringend portret van hem, zoals men op de foto ziet. Het geeft de zachtmoedige en toch hardnekkige kunstenaar goed weer. Over zijn opleiding nog dit: Bijvoet bezocht eerst de kunstnijver heidsschool te Haarlem. Daarna de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, waar hij al gauw de aandacht trok van de directeur A.J. Derkinderen en later van Richard Roland Holst. Hij wilde niet meedoen aan de wedstrijd om de Prix de Rome. „De kunst is geen wedstrijd" zei hij. Het tekent de man. M. Andriessen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1975 | | pagina 54