54
naam tot een historische heeft weten te maken, is zijn grote per
soonlijke verdienste.
Peter Coebergh was in de eerste plaats een man van het boek. En
dat is iets anders dan een boekhandelaar, want dat hij met het
boek geslaagde zaken deed, is een tweede en blijft hier buiten
beschouwing. Hij was altijd in zijn zaak aanwezig, maar ik heb
hem er nooit iets zien verkopen. Hij had zich trouwens onzicht
baar gemaakt. In wat toen een dependance van de eigenlijke win
kel leek, een ruimte waar wat duurdere en wat meer exclusieve
boeken op tafels lagen of in kasten stonden kunst en kerkvaders
bijvoorbeeld had hij zich achter een hoog bureau verscholen.
Maar er ontging hem niets, want hoorde hij een bekende stem of
een vraag die hem intrigeerde, dan begon hij zijn openbare leven.
En dat betrof het boek. En eigenlijk niet eens zo zeer het actuele,
want dat kon je gewoon in de zaak zien liggen, al kon hij zijn
mening over recente zaken moeilijk verbergen, steeds moeilijker
naar het leek, want al beschikte Peter Coebergh over een zekere
gelatenheid die wellicht het product van wijsheid genoemd kan
worden, de laatste jaren was hij niet geheel vrij van ontstemming
en bezorgdheid. Niet onbegrijpelijk, want in de transmontaanse
lawines van de zestiger jaren schoof heel wat weg dat hem zeer
dierbaar was, dat hij, ook door veel lezen, zich eigen had ge
maakt. Hij heeft jaren, ook in zijn zaak, omringd gezeten door wat
zijn wereld uitmaakte.
Zijn verhouding tot het boek dat wees dat openbare leven
uit was die van een kenner en liefhebber. Dat bleek niet alleen
uit zijn voorkeur voor het antikwariaat en de wijze waarop hij een
oud boek in de hand hield, het werd ook duidelijk uit zijn liefde
voor speurwerk. Daarvoor nam hij heel veel tijd, iets heel uitzon
derlijks en bijna historisch in een tijd dat alle krachten erop ge
richt lijken omzetsnelheid te vergroten en het boek nauwelijks de
tijd krijgt op de plank in de zaak te rust te komen. Zijn speurver-
mogen was heel groot, want zijn vakkennis was uitzonderlijk; hij
kende niet alleen het boek, maar was thuis in die onafzienbare
burgerlijke stand van het boek, dat de bibliografie is. Zijn werk
begon niet met het boek van „vandaag"; zijn arbeidsterrein betrof
ook het verleden en dat was voor hem allerminst dood. Hij was,