Kees Fens
56
nooit geïsoleerd. Binnen vele organisaties van zijn vak heeft hij
een belangrijke rol gespeeld en op heel veel conferenties, bijeen
komsten en vergaderingen die in relatie stonden tot boekhandel,
uitgeverij of het boek in het algemeen, was hij bijna altijd aanwe
zig en ook altijd met een door mij zeer bewonderde hogere zorge
loosheid, die hem het uiterlijk van onvermoeibaarheid gaf. Hij
leek ook in die drukke kringen altijd de liefhebber. En liefhebbers
hebben steeds alle tijd.
Heb ik hem gekend? Ik geloof niet dat ik dat kan zeggen. Hij liet
zich heel moeilijk kennen. En dat werd hierdoor veroorzaakt, dat
hij uiterlijk altijd een grote gelijkmatigheid en zeker een bepaalde
opgewektheid vertoonde. Men leert de mensen alleen kennen in
hun uitschieters van plezier of woede. Hij was altijd zo goed
gestemd, dat hij, wanneer hij slechts lichtelijk ontstemd was, met
een toornig leek. Wat blijkens het vervolg niet het geval was. Zijn
eigenzinnigheid en daarmee zijn karakter uitten zich het meest in
kleinigheden: die bleken tekens voor zijn innerlijk vasthouden aan
veel tradities. Soms kende zijn eigenzinnigheid een uitschieter. Bij
Het Spectrum kocht hij juist in de tijd dat de belangstelling voor
boeken van die soort tot huiveringwekkend lage temperaturen was
gedaald, het restant van het Groot Gebedenboek van C. A. Bou-
man. Niet uit commerciële overwegingen, maar vanuit de overtui
ging dat een boek van dat niveau in Gods molens thuishoort, en
zeker niet het minst vanuit de wetenschap dat hijzelf na zoveel
jaren in dat boek niet uitgelezen was. Hij wilde een dergelijk
leesgeluk anderen niet onthouden. Dat verraadt de ware liefheb
ber, de werkelijke man van het boek, voor wie die bundel bedrukt
papier in de eerste plaats een immateriële aangelegenheid blijft,
dat geluk en bewondering kan oproepen. En misschien was dit
wel Peter Coeberghs bijzonderste eigenschap: zijn vermogen tot
bewondering. Ik geloof dat dat hem ook altijd wat temghoudend
heeft gemaakt. De bewonderende mens heeft stilte nodig.
Of Petrus Gijsbertus Maria Coebergh een typische Haarlemmer is
geweest, zullen wij nooit weten. Sinds het overlijden van Godfried
Bomans is er niemand meer die dat kan uitmaken.