64
7) L.C. Kersbergen, Geschiedenis van het St. Elisabeth's of Groote Gasthuis
te Haarlem, Haarlem 1931, noemt de poort aan de Kleine Houtstraat de
barakpoort (blz. 40), een naam, die ik nooit gehoord heb en nergens
elders ben tegengekomen. Volgens Kersbergen zou deze naam eerst in
een later jaar dan 1886 in gebruik zijn gekomen (zie blz. 186, laatste
regel). Waarschijnlijk vergist de schrijver zich. Tegelijk met drie barakken
op het gasthuisterrein is in 1891 de binnenpoort gebouwd, die op onze
figuur 3 in de verte goed te zien is (zie G.A.H., Archief van het St.
Elisabeth s of Groote Gasthuis; inventaris no. 1 (7); Notulen van regen
ten van 2-11-1891). Hij diende om het gasthuisterrein af te sluiten, opdat
de patiënten in de barakken, die aan een besmettelijke ziekte leden, voor
al diphterie, geen contact met de buitenwereld zouden hebben. Het is
mogelijk dat deze binnenpoort wel eens barakpoort genoemd werd. Hij is
in 1938/39 afgebroken.