85
De grote kamer aan het einde van de lange gang staat op de
plattegrond aangegeven als „Chambre a Coucher Dan volgen
een „Cabinet de Toilette", een „Alcove pour l'aide de camp", een
„Cabinet", een „premier Salon", een „second Salon", en tenslotte
de „salon pour la Musique", de muziekzaal, het uitgangspunt van
onze rondtocht door het huis.
Het is verleidelijk hieruit te concluderen dat zich aan de voorzijde
van de zijvleugel het appartement bevond van de hoofdbewoner,
Henry Hope, bestaande uit een slaapkamer, een kleedkamer, een
vertrekje voor de kamenier, een werkkamer en een salon. De
vertrekken aan de tuinkant vormen bij Goetghebuer een apparte
ment met twee slaapkamers. Waren deze misschien bestemd voor
Hope's naaste relaties, het echtpaar John Williams Hope en Ann
Goddard? De bel-étage vertoont overigens een plattegrond die
beantwoordt aan de eisen van het neo-klassicisme. De vertrekken
zijn geometrisch van vorm: rechthoekig, vierkant en achthoekig.
De muziekzaal is zowel bij Goetghebuer als op latere plattegron
den uit de 19de eeuw een cirkel in een vierkant. De zalen in de
hoofdvleugel vormen een ononderbroken reeks.
Vanuit de dienstruimten beneden waren de vertrekken op de bel
étage bereikbaar via een aantal smalle diensttrappen. De huisbe
dienden woonden, zoals nu nog is te zien aan de vele sombere
kamertjes, op de tweede verdieping, die ook de nodige bergruimte
bood.
Maar het wordt tijd voor een wandeling over het grondgebied van
„Welgelegen".
De bezitting die door Henry Hope in 1769 was aangekocht, be
stond van oudsher uit een groot aantal huizen en tuinen. Een
inventaris uit de Napoleontische tijd maakt voorts nog melding
van paardestallen en „Logementen" voor „knegts en een ijskel
der en orangerie in het park. De tuin strekte zich uit tussen de
huidige Baan, Dreef, Paviljoenslaan, en Kleine Houtweg. Er ston
den beelden in de tuin, maar waarschijnlijk niet de loden afgiet
sels van klassieke beelden die men er nu vindt: wel de stenen
Euterpe, de muze van de dichtkunst. De loden beelden, die be
schilderd moeten zijn geweest, zijn gesigneerd door de bronsgieter
Francesco Righetti (1738-1819) uit Rome, medewerker van de