93
co-productie van een Anglo-Amerikaan, een Italiaan, en een Zuid-
Nederlander, herkennen als een vreemde eend in de bijt.
Hope, die zijn pro-Engelse gezindheid nooit had verborgen, ver
trok toen in 1794 de Franse troepen de Republiek dreigden bin
nen te trekken met het gezin van John Williams Hope en zijn
kunstverzameling naar Engeland. De familie vestigde zich in een
groot huis in de deftige Londense Harleystreet. Henry Hope stierf
in 1811. Na de dood van zijn protégé John Williams Hope, ging
de firma Hope Co in andere handen over: alleen haar naam
bleef voortbestaan. Dat was het einde van het imperium van Hen
ry Hope.
Het huis „Welgelegen" moet hem ook in Engeland hebben bezig
gehouden. Hope liet zich met zijn zuster, Ann Goddard, John
Williams Hope en hun kinderen, in 1802 schilderen door Benja
min West. Achter Henry Hope staat een maquette van „Welgele
gen". Dat hij de moeite nam de maquette naar Engeland te ver
voeren, bewijst wel dat het huis in de Haarlemmerhout hem zeer
dierbaar was.
In 1807 droeg Henry Hope de bezitting „Welgelegen" over aan
John Williams Hope. Deze verkocht haar in 1808, naar het
schijnt na lange aarzeling, aan Lodewijk Napoleon, koning van
Holland, en broer van de Franse keizer. Daarmee werd de band
tussen de familie Hope en „Welgelegen" voorgoed verbroken.
Lodewijk Napoleon, die in 1806 de regering over het nieuwbak
ken Koninkrijk Holland aanvaardde, kreeg de beschikking over
het Amsterdamse stadhuis op de Dam als paleis. Daarbij nam hij
de voormalige stadhouderlijke buitenverblijven Huis ten Bosch,
Het Loo en Soestdijk in gebruik. Waarom wilde de koning tot
iedere prijs hij betaalde liefst f. 300.000 voor het huis
„Welgelegen" kopen van een onwillige John Williams Hope? De
Haarlemmer Vincent Loosjes, die in 1888 een boek publiceerde
over Lodewijk Napoleon, schrijft dat „het gebouw zonder deuren
en ramen" op de Dam hem een gevangenis was, en geeft dit als
reden voor de aankoop van het „Huis Hope". In de riante parken
van de stadhouderlijke buitenhuizen kon de koning voldoende op
adem komen, en „Welgelegen" was niet eens een echt buitenver
blijf. Er valt een veel menselijker reden te bedenken voor de