de leiding van G.D. Gratama en H.P. Baard uit tot een kunstmu
seum van formaat, met als gevolg dat de voorwerpen die wel
historisch maar niet kunsthistorisch van belang waren steeds meer
naar de depots verdwenen. „Wat doen we", aldus mej. Kurtz,
„met al deze historische voorwerpen?" Het idee om ze ten toon te
stellen in het leegkomende Hofje van Staats bleek niet te verwe
zenlijken52).
In een ledenvergadering in 1958 bracht het lid M.J. Bouwer op
nieuw dit punt ter sprake. „Waarom heeft Haarlem geen oudheid
kundig museum?"53)
In 1966 was het de afdeling Kennemerland van de Nederlandse
Genealogische Vereniging die opnieuw deze kwestie naar voren
bracht in de vorm van een voorstel aan de vereniging „Haerlem"
om een bespreking te organiseren met belanghebbenden om te
komen tot de oprichting van een historisch museum54). In zijn
vergadering van 16 september 1966 besloot het bestuur voorbe
reidende werkzaamheden te gaan verrichten om te komen tot een
historisch streekmuseum in Kennemerland. Het zou echter nog
negen jaar duren voordat de Stichting Historisch Museum Zuid-
Kennemerland van de grond kwam.
Bij de opening van de Cursus plaatselijke en regionale geschiede
nis van Noord- en Zuid-Holland op 12 november 1966, werd het
idee door C.Wiegel in het openbaar meegedeeld. Gedacht werd
toen aan het leegkomende St. Elisabeth's Gasthuis (regentenka
mers) of aan de te restaureren Bank van Lening. Op Driekoningen
avond 1970 werd een nota hierover van C. Wiegel in het bestuur
van „Haerlem" besproken, in aanwezigheid van de ere-voorzitter,
burgemeester mr. dr. L. de Gou55). Volgens de laatste was het
klimaat gunstig voor een initiatief van particuliere zijde op dit
gebied56). Op 2 april had een bespreking plaats tussen Breuning,
Wiegel en Van der Steur namens „Haerlem" met burgemeester
De Gou, in de komende maanden gevolgd door besprekingen met
H.P. Baard, directeur van het Frans Halsmuseum, en met D.F.
Lunsing Scheurleer, Rijksinspecteur van roerende monumenten.
Op 24 april 1970 richtte „Haerlem" een brief aan het gemeente
bestuur hierover.
Het idee in 1970 was om een Stichting op te richten, ruimten in
112