een verenigingsruimte viel te creëren en rapporteerde in 1915 dat
dat wel kon, maar dat daar de betimmering van 't Scheepje niet
zou passen65). Later in dat jaar kwam ook „de groote localiteit
van de Waag" vrij en ging het bestuur Amsterdamse Poort en
Waag bezichtigen66). Beide plannen mochten echter niet geluk
ken, in de Amsterdamse Poort was de toegang en de trap een
onoverkomelijk bezwaar en bij de Waag wilde men niet Kunst Zij
Ons Doel van haar lokaliteit beroven67). Tot 1918 werd er niet
meer 'over gesproken.
Zomer 1918 kwam echter het bericht dat de Hoofdwacht eind
1918 vrij zou komen. De toenmalige .huurder, het Rijk, had het
gebouw niet meer zo nodig voor de militaire administratie en ook
het bovengedeelte, dat was verhuurd aan de firma S. de Jager als
bergplaats van wapens, zou vrij komen. Men besloot B. en W. te
vragen het gebouw voor onbepaalde tijd aan de vereniging in huur
af te staan, voor bijeenkomsten van bestuur en leden, voor ten
toonstellingen, voor bewaring van het archief en de fotografisch^
legger „Verdwijnend Haarlem"68).
Op 18 september 1918 nam de Raad het besluit om met ingang
115
HAARLEM, JANUARI 1922,
HET BESTUUR VAN DE VEREENI-
GING „HAERLEM" HEEFT HET
GENOEGEN U UIT TE NOODIGEN
TOT HET BIJWONEN VAN DE
OPENING VAN DE HOOFDWACHT,
GROOTE MARKT 17, OP ZATERDAG
14 JANUARI 1922, DES NAMIDDAGS OM 2 UUR.
HET BESTCDR,
JOHs, DE BREUK, Voerntter
J. L. TADEMA, Secretaris.
Uitnodiging voor de opening van de Hoofdwacht in 1922 (archief vereniging
„Haerlem").