sprake. Door de oorlog was er in de achterliggende jaren nog niets van gekomen81). In 1949 ontving de vereniging een legaat van de overleden voor zitter J.L. Tadema, groot ƒ5.000—, bedoeld voor de vorming van een „Tademakamer" op de verdieping van de Hoofdwacht, waarin dan ook een deel van Tadema's interieur een plaats zou kunnen vinden. Er ontstonden toen echter twee plannen voor de verdieping: een projectiezaal voor 120 personen met projectie doek, kapstokken en lessenaar, een idee van Friedhoff, terwijl het oude plan dat door Dijkema werd verdedigd bestond uit een mooie kamer op de verdieping met de inboedel van Huize Tade ma82). In 1950 werden diverse plannen gemaakt voor het opknap pen der verdieping, voor een nieuwe wenteltrap, voor enkele ra men aan de kant van de Smedestraat, maar de kosten bedroegen al gauw 30.000,een bedrag dat de kracht van „Haerlem" te boven ging88). In 1951 werd het gemeentebestuur om financiële medewerking verzocht, terwijl men als doel aangaf het vestigen van een „oudheidkamer" op de verdieping. Onder de leden werd voor dit doel een inzameling gehouden, waarvan het resultaat 1.200,als jubileumgeschenk aan het bestuur werd overhan digd. Deze verbouwingsplannen in het begin der vijftiger jaren werden ruw verstoord door een gebeurtenis waar niemand op had gere kend. Het gemeentebestuur had andere plannen voor de Hoofd wacht! Reeds in 1950 had er een informatief gesprek plaats gevonden tussen.„Haerlem" 's voorzitter Spoelder en wethouder Geluk over de vestiging van de Stichting Haarlems Bloei, de Haarlemse V.V.V.-organisatie, in de Hoofdwacht84). In 1953 werd hierover een tweede gesprek gevoerd waarin „Haerlem" zich ontsteld toonde over deze plannen en meedeelde het gebouw voor hoge kosten inwendig te hebben gerestaureerd. Verder werd aange voerd dat men van Tadema een legaat had ontvangen waarmee een Tademakamer of andere oudheidkamer in het gebouw geves tigd moest worden85). Er waren toen echter ook nog andere plan nen voor de nieuwe vestiging van Haarlems Bloei, zoals in de Vishal86), zodat men de aanslag nog niet erg serieus nam. 121

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 123