10. De Atlas Verdwijnend Haarlem" en de bibliotheek Reeds in de eerste jaren van het bestaan der vereniging werd het als een taak gezien om die zaken fotografisch vast te leggen die zouden gaan verdwijnen. Ook liet men wel een enkele maal een tekening maken van een verdwijnend object"). Deze foto's en tekeningen werden dan aan B. en W. aangeboden ter opname in de Stedelijke Atlas die door Gonnet in het gemeentearchief werd beheerd. In januari 1918 stelde het bestuurslid ir. L.C. Dumont, directeur van Openbare Werken Haarlem, voor om een „fotografische leg ger verdwijnend Haarlem" aan te leggen die als supplement op de Stedelijke Atlas goede diensten zou kunnen bewijzen10»). Dit voorstel werd overgenomen en men liet een circulaire uitgaan aan alle leden, gedateerd maart 1918 (zie afbeelding op blz. 126). Het was dus duidelijk niet de bedoeling om het werk van de Stedelijke Atlas te beconcurreren, maar wel om hierop een aan vulling te maken. Een en ander geschiedde trouwens in overleg met de gemeentearchivaris Knappert. Fotograaf B. Zweers kreeg opdracht om a 6,opnamen te maken, waarvan de glasplaten eigendom van „Haerlem" zouden worden. De voorzitter (wethou der De Breuk) en later de directeur van Bouw en Woningtoezicht attendeerden de vereniging op gebouwen die zouden verdwijnen of veranderen. Deze werden dan bezocht en in veel gevallen volg de nog overleg met de eigenaar, bewoner en gemeente. Zonodig werd de fotograaf gewaarschuwd. De secretaris van „Haerlem", de altijd werkzame J.L. Tadema, zou de legger bijhouden en de afbeeldingen voorzien van opschriften101). Ook portretten van be kende Haarlemmers zouden worden verzameld102). Met veel voortvarendheid is hier door Tadema aan gewerkt. In de praktijk werden ook gravures e.d. opgenomen en alles werd in een tiental grote portefeuilles en voorts in dozen en albums in de Hoofdwacht bewaard. De verzameling bestaat thans uit ca. 50 prenten en kaarten, ca. 1500 foto's en ca. 5000 prentbriefkaarten. De laatste zijn voor het grootste deel afkomstig van een schenking van W.P.J. Overmeer uit 1937. In 1940 werd besloten de verzameling in bruikleen af te staan aan het gemeentearchief omdat het daar veiliger bewaard kon worden 125

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 127