werd het archiefje ontvangen van „De Vriendenkring", die ca.
1850 debatavonden had georganiseerd. Van mr. J. Witkamp te
Haarlem werden de familie-archieven Scholten van oud-Haarlem
en Scholten van Aschat ontvangen. Beide familie-archieven wer
den in 1960 in bruikleen afgestaan aan het Centraal Bureau voor
Genealogie112). In 1953 werd het archief van de „Oude Haarlem-
sche jongelui" ontvangen, een club van oud-H.B.S.-ers en gymna
siasten die tussen 1890 en 1895 eindexamen hadden gedaan.
Schenker was W.H.R. van Manen113).
Evenals in 1953 ontving „Haerlem" van W.Ph. Veeren de sjerp
die Petrus de Gavere, rechter onder Napoleon in Haarlem, had
gedragen114).
Het belangrijkste legaat uit het bestaan der vereniging was dat in
1963 van mevrouw J.J. Tadema-de Breuk, de weduwe van oud
voorzitter J.L. Tadema. Met als bestemming de te maken „Tade-
ma-kamer" in de Hoofdwacht legateerde mevrouw Tadema aan
de vereniging: het portret van J.L. Tadema door Lizzy Ansingh,
het portret van mevr. J.J. Tadema-de Breuk door Willem M.
Maris Jbzn, een eikehouten glazenkast met porselein, aardewerk
en glaswerk, een oud-Hollandse 4-deurs renaissancekast, een gro
te tafel, tin- en koperwerk, een Delfts kaststel, een gepolychro
meerde ijzeren geldkist, een Lriese stoeltjesklok, een tableau van
12 wapentegels, drie tekeningen van stadspoorten, vier kerkstoel-
tjes en de gouden legpenning van „Haerlem" die Tadema in 1928
had ontvangen115).
In 1968 ontving de vereniging van C.L. Dumont uit Amersfoort
een groot herinneringsalbum dat in 1927 aan ir L.C. Dumont was
aangeboden bij zijn afscheid als directeur Openbare Werken, met
foto's en tekeningen van de onder Dumont's leiding tot stand
gekomen werken. Een andere belangrijke schenking geschiedde in
1975 toen de erven Kersten-Tadema aan de vereniging de grote
ingelijste kaart van Haarlem uit 1688, van Romeyn de Hooghe,
schonken. Deze sierde al enige tijd de Hoofdwacht, maar dan als
bruikleen. In 1976 ontving de vereniging een legaat van J.G.C.
Walter bestaande uit een portret-paneeltje van zijn overgrootva
der Cornelis Plaatzer, wellicht geschilderd door Jan van der Vin-
ne (1734-1805), benevens een bedrag van 1.000,
130