de met medewerking van de wethouder van onderwijs, de inspec
teur van het lager onderwijs en vele onderwijzers. Knappert instru
eerde op gezette tijden een groep onderwijzers en deze kwamen
dan wekenlang iedere ochtend de plaatjes aan groepen van ca. 50
schoolkinderen in de Hoofdwacht vertonen. „De leerlingen toch
moesten gevoelen dat deze les behoorde tot het gewone onderwijs
en zij verkreeg bovendien een bijzonder karakter door de plaats
waar zij werd gegeven"122).
In 1929 werden ca. 2500 leerlingen uit de hoogste klassen van het
lager onderwijs en van de U.L.O.-scholen „bewerkt". In 1930
volgden de middelbare scholen123).
In de oorlogsjaren werden opnieuw lezingen gehouden en lan
taarnplaatjes vertoond voor scholen. Met name mejuffrouw dr.
G.H. Kurtz en dr. C. Spoelder, toen nog geen bestuurslid, werkten
hieraan. Spoelder vertoonde bij voorbeeld in mei en juni 1943 een
aantal malen een serie van vijftig lantaarnplaatjes. Van deze
plaatjes werden enkele sets gemaakt die uitgeleend werden aan de
scholen die hiervoor interesse hadden. Voor het verschaffen van
een bredere achtergrond schreef mejuffrouw Kurtz haar Beknopte
geschiedenis van Haarlem. Het was de bedoeling om in aanslui
ting op de les een stadswandeling te maken met als gids de Rond
gangen door Haarlem van mevrouw Sterck-Proot. Tenslotte werd
aan dit project een opstelwedstrijd gekoppeld124).
In 1946 kreeg de vereniging contact met de heer J.M. Vercruijsse
die in het kader van de onderwijsvernieuwing een stencil wilde
maken met lesstof in de plaatselijke Haarlemse geschiedenis voor
twee klassen van de lagere scholen. Daarnaast wilde hij plaatjes
aan de leerlingen verstrekken, waarna de leerlingen hierover op
stellen, wij zouden nu zeggen werkstukken, zouden maken. De
beste opstellen zouden door „Haerlem" worden bekroond. Dit
plan werd ter kennis gebracht van de Commissie voor Onderwijs
vernieuwing en de wethouder van onderwijs. De eerste liet niets
van zich horen, de laatste was enthousiast, maar wenste de onder
wijsvernieuwing af te wachten. In januari 1948 deelde Vercruijsse
mee dat de leerplancommissie achter het idee stond en ging hij
aan het werk met als resultaat in 1952 een manuscript van 120
blz. Overzicht van de geschiedenis van Haarlem deel I, tot 1700.
132
