15. Overige activiteiten Tot slot nog enkele voorbeelden van, meer incidentele, activitei ten van „Haerlem" die hiervoor nog niet aan de orde kwamen. In 1920 kreeg „Haerlem" het verzoek van burgemeester Maar schalk er bij het gemeentebestuur op aan te dringen de Grote Markt te herdopen in 't Sant. Het bestuur besloot echter hierop niet in te gaan „omdat niet alleen daardoor moeilijkheden zouden kunnen ontstaan, doch onze vereeniging weliswaar conservatief doch niet reactionair is". Ook het herdopen van de Nassaulaan in Krayenhorster Gracht en van de Nassaustraat in Waaigat waren wensen van de burgemeester waarop „Haerlem" niet inging142). Burgemeester Maarschalk stelde in 1923 opnieuw deze ideeën aan de orde, maar opnieuw raadde „Haerlem" het af143). In 1920/21 zond „Haerlem" een rekwest aan de gemeenteraad om toch vooral de schilderstukken van Frans Hals niet naar Parijs uit te lenen144). Het 25-jarig jubileum werd in 1926 wat beschei den gevierd, omdat kort tevoren de voorzitter De Breuk en C.J. 138 1966 In zilver aan P.A. Dijkema, voor het feit dat hij reeds 35 jaar actief bestuurslid was. 1973 In zilver aan drs. J.J. Luijten, wegens het vele administratieve werk dat hij voor de vereniging verrichtte. 1974 In zilver aan voorzitter Th. Hoog, ter gelegenheid van zijn 75e ver jaardag. 1974 In zilver aan C. Lijnzaad, voorzitter van Diogenes Haarlem, ter gele genheid van het Monumentenjaar en voor zijn verdiensten voor het herstel van een aantal panden in Haarlem. 1975 In zilver aan ir. H.A. Breuning bij zijn aftreden als secretaris. 1976 ln zilver aan mr. C.W.D. Vrijland, bij zijn aftreden als bestuurslid. Ereleden van „Haerlem" Volgens artikel 6 van de Statuten kon het bestuur een erelidmaatschap aan bieden. Hiervan is slechts spaarzaam gebruik gemaakt: 1913 Jhr. mr. J.W.G. Boreel van Hogelanden, oud-burgemeester, bij zijn aftreden als ere-voorzitter. 1914 Mr. G. van Tienhoven, oud-commissaris van de Koningin, bij zijn aftreden als beschermheer. 1970 Mej. dr. G.H. Kurtz bij haar aftreden als bestuurslid. 1970 Mr. C.M.J. de Jongh, bij zijn aftreden als bestuurslid. 1974 Jhr. mr. C.C. van Valkenburg, oud-voorzitter en voorzitter van de commissie ter voorbereiding van de herdenking van het beleg van Haarlem. 1975 Th. Hoog bij zijn aftreden als voorzitter. a

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 140