vangst ten stadhuize, bezoeken aan het Bisschoppelijk-, het Tey- lers- en het Frans Halsmuseum, met inleidingen van J.A.J.M. Verspaandonk, J.H. van Borssum Buisman en H.P. Baard op het programma, evenals stadswandelingen, een slotwoord door dr. J.L. van der Gouw en een discussiemiddag onder leiding van prof. mr. J.Th. de Smidt. Het aantal deelnemers was overweldigend: driehonderd. Uit deze cursus vloeide voort de oprichting van de Stichting Contactcentrum voor regionale en plaatselijke geschied beoefening in Noord- en Zuid-Holland en kort erop ook de Histo rische Vereniging Holland met het tijdschrift Holland en de reeks Hollandse Studiën169). Niet alles was altijd even ernstig wat in bestuursvergaderingen werd besproken! Tot besluit een stukje proza van secretaris Vrij land uit het notulenboek van 1962, van de toen reeds traditie geworden Driekoningenavond: „Nadat de heer Dijkema zich eni ge ogenblikken heeft verwijderd, blijkt hij na terugkomst in de vergadering, in het bezit te zijn van een tweetal flessen die ver moed worden wijn te bevatten. Besloten wordt deze te ontkurken, hetgeen bij ontstentenis van een kurketrekker met de blote hand zal dienen te geschieden De kurken in de halzen der flessen geduwd zijnde, blijken deze een lichtbruin vocht te bevatten, door kenners geoordeeld vroeger Rijnwijn te zijn geweest. Het weinig geestrijk niet geheel onsmakelijke vocht, wordt door alle aanwezi gen gedronken, behoudens één, die zich beschikbaar heeft gesteld om zonodig en desgewenst medische hulp te halen en het jaarver slag te schrijven". Vermoedelijk waren dit de twee laatste flessen Rijnwijn van de partij van 50 flessen die, zoals wij in paragraaf 9 zagen, in 1922 „ten behoeve van de vereniging" waren gekocht! Uit dit laatste citaat blijkt nog eens goed de roerende zorg van de bestuurderen van „Haerlem" voor het jaarverslag. Ook de secre taris die op 10 mei 1940 ijverig zijn jaarverslag zat te schrijven past in dit beeld! Maar het is dankzij de goede zorgen voor de jaarverslagen, notulen en archief dat deze artikelen geschreven konden worden. De secretarissen van „Haerlem", waaronder ik vooral Tadema, Dijkema, Stenfert Kroese, Vrijland, Wiegel en Breuning zou willen noemen, verdienen daarvoor de hulde en de dank van de huidige generatie! A.G. van der Steur 147

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 149