stelde de penningmeester voor om voortaan het risico voor een
uitgave geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een uitgever. Dit
was echter iets waar De Erven Bohn weinig voor voelde. Resul
taat van een en ander was dat het aantal publikaties in de vijftiger
en zestiger jaren sterk terugliep.
In 1971 vond er een belangrijke gebeurtenis plaats: De Erven
Bohn deelde mee in verband met een fusie en andere omstandig
heden de uitgaven van „Haerlem" niet meer te kunnen verzorgen
en hun collega Schuyt en Co C.V. bereid te hebben gevonden deze
activiteit over te nemen. Met de heer K.C. Schuyt, die in 1971 lid
van de redactie en in 1976 ook bestuurslid werd, werd overeenge
komen dat in den vervolge de verenigingsuitgaven op drie wijzen
tot stand zouden komen: a. zoals vroeger, geheel voor rekening en
risico van de vereniging „Haerlem". Dit is bij voorbeeld het geval
met de jaarboeken der vereniging; b. geheel voor rekening en
risico van de uitgever; en c. voor rekening en risico van de uitge
ver met een basis-subsidie van „Haerlem"4). Gelukkig konden
vele publikaties sedert 1971 op de onder b. genoemde wijze wor
den uitgegeven. Het aantal verenigingspublikaties bedroeg in de
eerste vijf jaar na de nieuwe regeling veertien, tegen vijftien in de
tien jaar eraan voorafgaand.
Binnen het bestuur werden de publikaties door een beperkt aantal
leden behandeld. Zo werd in 1927 een „commissie van advies
inzake uitgaven van de vereeniging" ingesteld, bestaande uit de
bestuursleden Rutgers van der Loeff, Knappert, De Jonge van
Ellemeet en Tadema. In 1967 werd deze redactiecommissie nog
iets onafhankelijker van het bestuur daar er ook niet-bestuurs-
leden in benoemd werden en omdat er een redactiesecretaris aan
werd toegevoegd. Tot 1967 verrichtte de secretaris van „Haer
lem" alle redactionele werkzaamheden. In 1967 werd drs. J.J.
Temminck, toen nog adjunct-archivaris van Haarlem, bereid ge
vonden dit werk op zich te nemen. Leden van de redactiecommis
sie die zowel de jaarboeken als de andere uitgaven behandelden
werden C.M.H. Bosch, Th. Hoog, H.E. Stenfert Kroese, A.G. van
der Steur en J.J. Temminck. In 1971 werd Stenfert Kroese ver
vangen door K.C. Schuyt, in 1974 werd de redactie uitgebreid
met W. Helversteijn en in 1975 verving B.C. Sliggers Th. Hoog.
155