van Mander's twee Beelden van HaarlemHaarlem 1911, 54 biz., ing., ge'fll. Reeds in 1907 toonde Gonnet in een bestuursvergadering een exemplaar van Karei van Mander's lofzang op Haarlem. Het be stuur besloot dit zeldzame stuk opnieuw uit te geven, tezamen met een op het archief aanwezige variant42). In de volgende vergade ring toonde het bestuurslid Rutgers van der Loeff, bibliothecaris van de stadsbibliotheek, foto's van een nog oudere lofzang, in de U.B. te Utrecht aanwezig, en men besloot om er nu een boekje van te maken43). Toch zou het nog tot 1911 duren voor het boekje in gedrukte vorm op de bestuurstafel belandde44). Het geheel vormt een belangrijke bronnenpublikatie voor Haar lem's vroegste geschiedenis, vakkundig uitgegeven en goed geïl lustreerd, o.m. met als uitslaande prent het gezicht op Haarlem van Van Mander uit 1596. Ook bevat het boekje een korte bio grafie van Van Mander. Voor leden werd het boekje verkrijgbaar gesteld voor 0,25. Voor niet-leden was de prijs 0,75. 1913 J.F.M. Sterck, Bilderdijk na zijne uitwijking in 1795, Haar lem 1913, 50 blz., ing., geïll. In april 1912 hield dr. J.F.M. Sterck, „schoolopziener in het Ar rondissement Haarlem" en letterkundige, „in het sterfhuis van den dichter" (Brinkmann) een voordracht over Bilderdijk. In 1913 verscheen de voordracht in druk, opmerkelijk goed geschreven en ruim geïllustreerd. De ledenprijs was 0,50. Voor niet-leden was de prijs 1,45). 1913 C.J. Gonnet, De poorten van Haarlem, met bijschriften, Haarlem 1913, 42 blz., met 20 ingeplakte houtgravures, ing. In 1910 bood de firma Enschedé twintig houtgravures aan naar tekeningen van oude stadspoorten uit de stedelijke atlas. Gonnet bleek bereid er tekst bij te leveren, zodat een boekje zou ontstaan over de Haarlemse stadspoorten46). Het zal Gonnet niet veel moeite gekost hebben de tekst te schrijven, want in 1881 was van zijn hand reeds bij W.C. de Graaf te Haarlem het thans zeldza me boekje De wallen en poorten van Haarlem, geschiedenis 167

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 169