naar Schuyt en Co in 1971 niet werd Overgedragen. Zodoende verdween het boek al spoedig uit de lijst der nog verkrijgbare verenigingsuitgaven135). 1971 A.M.G. Nierhoff, De hofstede Saxenburg in Aelbertsberg of Bloemendaal, Haarlem 1971, 88 blz., geb. in groen linnen band met stofomslag, geïll. Via jhr. mr. C.C. van Valkenburg ontving „Haerlem" in januari 1971 het manuscript van mejuffrouw Nierhoff over Saxenburg, een buitenplaats te Bloemendaal, niet ver van Wildhoef, waarover van haar hand in 1956 een boekje was verschenen. De gemeente Bloemendaal bleek bereid de uitgave door middel van een subsi die ad 1.000,te steunen en de nieuwe uitgever van „Haer lem", Schuyt en Co c.v. durfde het aan met dit grondbedrag het boekje uit te geven136). De oplage was 1100 exemplaren en de prijs bij verschijnen be droeg 12,90. Daar het onderwerp wat beperkt bleek voor een aparte uitgave was de verkoop niet overweldigend. 1972 G.H. Kurtz, Haarlemse Hofjes, tweede, geheel herziene en bijgewerkte druk, Haarlem 1972, 168 blz., geb. in grijs linnen band met stofomslag, geïll. Er was al sedert 1965 sprake van een herdruk van het uitverkoch te boek over de Haarlemse holjes uit 1951, totdat in de zomer van 1972, als tweede uitgave bij Schuyt en Co, deze herdruk ver scheen. Het boek behandelt 18 hofjes, daar sedert 1951 het Hofje van Gratie, het Hoije der Twaalf Apostelen, het Hofje van Mr Pieter Jansz. Codde, het Hofje van Nicolaas van Beresteyn, het Guurt Burretshofje en het Blokshofje verdwenen, terwijl het Vrouwe- of Verwershoije en het Comanshofje eigenlijk reeds vèor 1951 waren verdwenen, maar in de eerste druk toch nog waren opgenomen137). De achttien hofjes die nog over zijn worden in dit boek uitvoerig beschreven. Voor de verdwenen hofjes, blijft de eerste druk echter zijn waarde behouden. Deze tweede druk wijkt overigens zo sterk af van de eerste druk, dat deze hier apart wordt vermeld138). De oplaag was 1500 exemplaren. De verkoopprijs bedroeg 22,50. 194

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 196