Commissie voor de herdenking van het beleg van Haarlem en de vereniging „Haerlem". Buiten een groot aantal illustraties bevat de bundel bijdragen van drs. J.J. Temminck (Het Haarlem van de 16de eeuw), dr. W.M. Zappey (De zestiende eeuw en Noord-Holland), drs. S. Groenveld (Beeldvorming en Realiteit, geschiedschrijving en achtergronden van de Nederlandse opstand tegen Filips II), H.A. Treu (Het Beleg van maand tot maand), mejuffrouw dr. G.H. Kurtz (Kenau), drs. N.M. Japikse (Invloed en de gevolgen van het beleg van Haar lem op Noord-Holland in 1573) en L.J. Spanjaerdt Speekman (Losse aantekeningen bij het beleg van Haarlem 1572/73). De bundel werd aan de leden van „Haerlem" meegezonden met het jaarboek en op de tentoonstelling verkocht. Bij de sluiting der tentoonstelling was hij uitverkocht. De redactie werd gevormd door die van het Jaarboek „Haerlem" en de ontvangst was zeer goed, zowel bij de historici als bij de bezoekers der tentoonstel ling. 1973 H. Overduin, A.A.M. de Jong en C.J.M. Vogel-Fritschy, Kenau: Beeld en Werkelijkheid, Haarlem 1973, 16 blz. ing„ geïll. Ter ondersteuning van een neven-tentoonstelling in de Hoofd wacht over de Kenaulegende, publiceerde „Haerlem" nog een klein boekje, samengesteld door de afdeling Voorlichting Beel dende Kunst van het Frans Halsmuseum. Het boekje werd tijdens de tentoonstelling verkocht voor 1,75 en na afloop werd het restant als verenigingsuitgave verkrijgbaar gesteld. 1974 F.W. van Eeden, Onkruid, botanische wandelingen, Haar lem 1974, 441 blz., geb., geïll. Twee delen in één band. Reprint van de uitgave verschenen bij H.D. Tjeenk Willink's Uitgevers Maatschappij, Haarlem 1886. Het in 1886 verschenen werk Onkruid van de Haarlemse botani cus F.W. van Eeden, de vader van Frederik van Eeden, is anti quarisch een gezocht werk. Het eerste deel bevat een zestal bota nische wandelingen, rijkelijk doorspekt met historie overigens, in de bossen van Kennemerland, Aerdenhout, Brederode en Alk- 196

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 198