bestond daarin dat je je voet bedachtzaam neerzette en bij elke pas een knikje met je hoofd maakte en je romp tegelijkertijd een beetje vooroverboog. Je wandelstok moest je horizontaal zowat in het midden in je rechterhand houden en die schoot dan bij elke pas een eindje mee naar voren. Het leek eenvoudig maar hoe we ons ook thuis oefenden, we konden er de slag nooit helemaal van te pakken krijgen. Alleen de Haarlemse chic liep zo: Jhr. Dory Prins van Westdorpe van de Dreef en zijn broer Ewoud, Jhr. André van der Poll van de grote villa aan de Zijlweg en zijn broer Max Verder Meneer Breitenstein, de tenniskampioen van de Grote Club aan de Spanjaardslaan, Jhr. Quintus van de Wil- helminastraat, Jan Laan van de Nachtegaal aan de Bloemendaal- seweg Ja, Haarlem was de stad waar de mannelijke jeunes- se dorée het monopolie had van de deftige tred, die Blauw de Kamelenpas of de Eierendans noemde, maar Blauw hoorde tot het slag mensen die ,bür' waren, burgerlijk, en dat was voor de chic het ergste wat je van iemand zeggen kon. Ze bedoelden daarmee de mensen van mindere kom-af. Dat waren prollen' die onder geen voorwendsel in hun kaste opgenomen werden, ook al waren ze zoals Blauw Doctor in de Filosofie." Tien tegen één dat die Haarlemse chic geregeld richting De Hout ging, „dat groote priëel voor hen allen" (Van Deyssel), „dat stadsbos" (D. Meijsing) dat „als een brede dreef (begint), om langzaam over te gaan in een park met een hertenkamp" (H. Mulisch), de Hout die „gezondheid geeft aan de jeugd van onze stad. Eén wandeling maar en je ziet er al vrolijk uit" (Van Schen- del). En gewandeld werd er! Vooral op zondagen, als er muziek ge maakt werd. In 1900 ging dat ongeveer zo: „Het was ook feest voor ons als we 's zomers op een zondagmiddag mee mochten naar de Buiten Sociëteit van ,Trou Moet Blycken' waar alleen mensen van goeie afkomst en officieren lid van konden zijn, win keliers bijvoorbeeld niet. Het heette tot en met apotheker of pro visor maar wat dat was wist ik niet. De buitensoos lag tegenover Hotel Scholten en de fontein en de muziektent en de hertenkamp op de grens van Heemstee en Haarlem. Soms speelde de Schutte rijkapel onder Adjudant Kriens en bij bijzondere gelegenheden de 213

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 215