kapel van het derde Regiment Infanterie uit Bergen op Zoom
onder kapelmeester Barbe. Ik mocht mee met een van de oudste
zusjes en we werden mooi aangekleed. We gingen in ons mooiste
rijtuig, een gele Berline op gummibanden en de hoeven van het
paard waren gelakt; doordeweeks werden ze alleen maar met stin
kende traan ingesmeerd. Mijn vader boog bij het binnenkomen
van de tuin links en rechts en nam zijn hoed af en de andere heren
ook en zei zo nu en dan: dag collega en dan gingen we aan ons
vaste tafeltje in de tuin zitten" (A. Prins).
Was er sinds dat onaangenaam mens eigenlijk iets veranderd in de
Haarlemmer Hout? Volgens Van Deyssel in 1918 nog niet: „Naar
dit groote prieel voor hen allen wandelt in den voorzomer, in den
zomer en in den nazomer, als er muziek is in Den Hout, hetzij in
de Buitensociëteit, hetzij in den tuin van het Brongebouw, hetzij
in de publieke muziekkiosk, maar vooral des Zondags, ook als
er geen muziek is behalve het volk gedeeltelijk, de midden
stand van de stad".
Wat er bij Mulisch aan ontbreekt is alleen de muziek: „Teneinde
kontakt te hebben met de natuur, vertoefden hier op zondagen de
stedelingen,*schrijdend achter kinderwagens, in grijze mantels en
nieuwe, donkerblauwe pakken met bruine schoenen. De kinderen
hadden zakjes brood bij zich en bekogelden daarmee de akelige
kalkoenen, de idiote kippen en de herten met hun zandige, zacht-
warme snoeten". Men wandelt dus, luistert naar muziek, wenst
gezien te worden, geeft de dieren wat eten, en eet zijn halletje.
„De Haarlemmer halletjes moet men nuttigen met thee of koffie
in Den Hout, op het terras van het hotel Den Hout of ergens
elders daar De halletjes zijn platte ronde donkerbruine
brosse koekjes met duizenden heerlijke barstjes" (Van Deyssel).
Helemaal aan de rand van die Hout lag, en ligt nog steeds het veld
van H.F.C., de sjieke voetbalclub. „Het was een uitgemaakte zaak
dat HFC de Good Old de netste club van Nederland was.
Ten eerste omdat we geen bonte kleuren hadden zoals Haarlem'
(een rood broekje met een blauwe trui en geeneens een shirt!).
Ons kostuum bestond uit een wit tennisshirt en een gewoon don
kerblauw lakens broekje. Ten tweede omdat we altijd keurig op
het veld kwamen met prachtige scheidingen meestal in het
214