vullingen. Men gaat dan niet zoo in één ding op en heeft in zijn leven meer afwisseling. In een stad als Haarlem kan men ten slotte hetzelfde hebben als te Amsterdam Het is er heel onderhoudend" (Van Deyssel). Het leven is er dus zo ellendig nog niet, „want in Haarlem gebeurt van alles, maar je moet wel lid zijn!" (anonymus). Erg opwindend klinkt het eerlijk gezegd allemaal niet. En mis schien heeft Louis Ferron wel een beetje gelijk als hij Haarlem karakteriseert als een „bloedeloze, maar voorname stad". Ach, het is maar literatuur, moet u bedenken. Literatuur geeft de werkelijkheid wel weer, maar vervalst die tegelijkertijd. Dé wer kelijkheid over Haarlem bestaat derhalve niet; die is voor ieder een weer een andere. Wim Vogel literatuur: 217 1) Godfried Bomans, De gebroeders van Brederode. Proeve ener familie geschiedenis. In: Ons Huis in Haarlem. Haarlem, 1961. 2) Lodewijk van Deyssel, Causerie over Haarlem. Overdruk uit De Nieu we Gids, augustus-october 1918. 3) Louis Ferron, Portret van Haarlem. Tekst was bestemd als inleiding bij een nieuw gemeentelijk fotoboek over Haarlem. De uitgever heeft deze tekst echter geweigerd. 4) Jacob Israël de Haan, Pathologieën. Den Haag, 1975. 5) Ds. Henkels, Heilige Stede. In: Kerkblaadje van Heemstede, z.j. 6) Joyce en Co., Erwin. Amsterdam, 1974. 7) Doeschka Meijsing, Robinson. Amsterdam, 1976. 8) Harry Mulisch, Archibald Strohalm. 5e dr. Amsterdam, 1966. 9) Harry Mulisch, Chantage op het leven. 6e dr. Amsterdam, 1963. 10) G. M. Nieuwenhuis, De stad aan het Spaarne in zeven eeuwen. Amster dam, 1946. 1 1) H. L. Prenen, Wat mij betreft. Haarlemse herinneringen. Haarlem, 1975. 12) Apie Prins, Ik ga m'n eige baan. Amsterdam, 1963. 13) Arthur van Schendel, Een Hollands drama. 6e dr. Amsterdam, 1960. 14) Maria Schröder-Van Gogh, Uyt minne bevolen. Haarlem, 1948. 15) J. Strijbos, Vogelvrij. Haarlem, 1976.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 219