gevestigd. De overige huizen werden bewoond door mensen die
meestal een verzorgende of bestuurlijke functie hadden zoals pre
dikant, wethouder, onderwijzer, heel- of vroedmeester en com
mies der stedelijke accijnzen.
Andere beroepen die ook elders werden uitgeoefend, waren on
dermeer lantaarnopsteker, muziekmeester, koetsier en aanspreker.
In de jaren dertig van de 19de eeuw was er een duidelijke vooruit
gang te bespeuren. Men was de crisis tijdens de regering van
Napoleon te boven gekomen en het aantal bewoners van onze stad
dat tot 17.000 was teruggelopen, nam weer gestaag toe. In 1837
werden de eerste gaslantaarns aangebracht en langzamerhand
kreeg de Barteljorisstraat het aanzien van een voorname winkel
straat. De woonhuizen die in winkels veranderd werden, waren
namelijk vaak in het bezit geweest van hen die wat hoger op de
maatschappelijke ladder stonden. Daardoor waren heel wat win
kels van groot formaat en dus niet rendabel voor de kleine mid
denstander. Er waren zelfs panden bij die uitkwamen in de Sme-
destraat of in de Kromme Elleboogsteeg.
In deze tijd werden er enkele zaken opgericht die we nog steeds in
dezelfde straat aantreffen. Dat was in 1815 de slagerij van B.J.
Rooijers, in 1833 de beddenfabriek en winkel in tapijten van I.C.
Haan en in 1837 de klokkenwinkel van W. ten Boom. Nog ouder
was de apotheek De Eenhoorn die echter in 1971 naar de Zijlweg
werd verplaatst. Deze Hoogduitsche Apotheek werd in 1689 op
gericht. De derde eigenaar, Georg Joachim Frederich Metz die in
1776 de zaak overnam, was de uitvinder van de vermaarde slijm-
pillen die daar tot ver in de 19de eeuw werden verkocht. De in
hout uitgesneden eenhoorn die daar vroeger boven de deur prijk
te, hangt nu achter de toonbank aan de Zijlweg.
Toen de uurwerkzaak van Ten Boom 100 jaar bestond, schreef de
zoon van de oprichter een jubileumboekje met daarin zijn jeugd
herinneringen uit de Barteljorisstraat. Hieruit proeven we iets van
de sfeer zoals die zo'n 100 jaar geleden in de binnenstad heerste.
De schrijver herinnert zich nog goed het grote woonhuis op de
andere hoek van de Schoutensteeg. In de tuin er achter stonden
grote appel- en perebomen. Ieder voorjaar klonk uit deze tuin en
de andere in de omtrek het heerlijk gezang van de vogels. Behalve
221