ongemakken moesten overwonnen worden voor het zover was. Zo
kreeg de straat een tapijt van sierstenen, afgewisseld door sierbak-
ken met groen, hier en daar een boompje met banken, waardoor
het winkelen een nog groter plezier werd. Behalve dan voor de
voorstanders van een klinkerbestrating.
De winkeliersvereniging
Bij de perikelen rond de asfaltering van de straat had men de
noodzaak ingezien om te komen tot een belangengroep van mid
denstanders. Tot nu toe was men afhankelijk geweest van het par
ticulier initiatief dat meestal door de grootste zaken werd geno
men. Zo werd in Haarlem van 29 juni tot en met 5 juli 1911 de
Eerste Nederlandsche Winkelweek gehouden op initiatief van het
departement „Haarlem" van de Maatschappij van Nijverheid. In
de organisatie zat de heer Lamp. Er werden bloemenetalage-
weken georganiseerd ter gelegenheid van bloemenkeuringen en
voorjaarstentoonstellingen. Dit alles vereiste een vereniging van
middenstanders en bewoners van de Barteljorisstraat die door
samenwerking bij elke gebeurtenis als één straat naar voren kon
komen.
Hiertoe werd in 1913 opgericht de Barteljorisstraat-Vereniging,
die op 7 maart 1914 bij Koninklijk Besluit werd goedgekeurd. De
vereniging had tot doel het behartigen der belangen van de Bartel
jorisstraat als winkelstraat, ten bate van hen, die belangen hadden
in deze straat. Men trachtte dit doel te bereiken door a.) onderlin
ge bespreking van die belangen, b.) bevordering van al hetgeen de
straat tot een winkelstraat kon verheffen, c.) zoveel dit mogelijk
was, het voorkomen of met gepaste middelen bestrijden van al
hetgeen het verkeer belemmert of de belangen der leden schaden
kan, d.) het in overleg treden bij nationale feesten ten aanzien der
eventuele versiering der straat en het bestrijden der kosten dezer
versiering uit de kasgelden van de vereniging.
De contributie was 2,50 per jaar per perceel van hoogstens 5
meter breed en voor elke meter meer 50 cent.
Het oprichtingsbestuur had als voorzitter A.H. Weijburg van de
firma I.C. Haan, secretaris A.H. Fikkert van de fa. A. van der
Laan, penningmeester Jac. Lamp van de herenmodezaak op num-
234