boeren met hun echtgenotes kwamen per tilbury of tentwagen naar de stad. Uitgespannen werd aan de Schalkwijkerpoort of naast café De Korenbeurs aan het Spaarne dat nog steeds die naam draagt. De baas spoedde zich naar de markt en de vrouw deed haar inkopen. Oosten had ondertussen al een aardig assortiment in huis: karpet ten, zeil, biezen en kokosmatten, gordijnen, raamhorren, dekens en matrassen. Omstreeks 1890 had de stoommachine zijn intrede in de tapijtindustrie gedaan wat het assortiment aanmerkelijk deed uitbreiden. Na de Middelbare School doorlopen te hebben, kwam Catharina Oosten in 1883 in de zaak. Elf jaar later stierven achter elkaar haar moeder en oom zodat de zware taak geheel op haar schou ders rustte. Maar in 1894 trouwde zij met de heer Beekman die ook een zaak op het gebied van stoffering had. Door dit huwelijk werd zijn zaak geliquideerd en samen werden de schouders onder de firma Oosten gezet. De spoorwegstaking was net voorbij toen op 31 januari 1903 het 50-jarig bestaan van de zaak feestelijk werd gevierd. Niet alleen het personeel moest steeds uitgebreid worden maar ook de winkel. Daar het niet lukte het hoekpand aan te kopen, hoek Anegang/Frankestraat, werden de panden 3, 5 en 7 in de Frankestraat aangekocht en in 1905 gesloopt. De plaats vervangende nieuwbouw stond in verbinding met de zaak in de Anegang. Op 1 augustus 1912 werd de zaak omgezet in een naamloze vennootschap, namelijk NV. Wed. Oosten Zoon's tapijt- en beddenhandel. De daaropvolgende oorlogsjaren brach ten vele moeilijkheden vooral wat de bevoorrading betrof. Toen er geen kokosgarens meer aanwezig waren, vervaardigde men ta pijten, lopers en matten van papier. Op den duur was men ook begonnen met de verkoop van klein- meubelen. In tegenstelling tot vroeger, toen het publiek meubelen kocht bij een meubelzaak, bedden in een beddenzaak en tapijten in een tapijtzaak, begon men er de voorkeur aan te geven de inrichting van een huis in één en dezelfde zaak te kopen, oftewel de complete meubilering. 246

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 248