ruimte gehandhaafd, en de voormalige speelplaats werd een heer
lijke tuin. Op de bovenste verdieping kwamen twee woonhuizen
waarin het gezin van Heinrich met 8 kinderen en dat van Johann
met 3 kinderen waren gehuisvest.
In 1906 kon nummer 18 feestelijk geopend worden. Het resultaat
was een visitekaartje voor de straat. Het was de eerste zaak in
Haarlem met centrale verwarming, een elektrische lift en een toi
let voor de bezoekers. De zaak had zeven afdelingen, namelijk
emailartikelen, houtwaren, borstelwerk en schoonmaakartikelen,
porselein en aardewerk, glaswerk, lampen en bestek.
Dat andermans voorspoed bij de concurrentie ook averechts kon
werken, bleek in datzelfde jaar toen het lasterpraatje opdook dat
de firma Lamp circulaires onder haar katholieke klanten zou ver
spreiden om hen te verzoeken alleen bij katholieken te kopen.
Ondanks een beloning van 1000 gulden voor de ontdekking van
de verspreider van dit praatje, gelukte het niet deze op te sporen.
Een hond die voor 200 gulden in een etalage vernielde en een
stelling met serviesgoed ter waarde van 1000 gulden die omviel,
waren verder de enige tegenslagen.
Er werd hard gewerkt door beide broers. Heinrich reisde geregeld
naar Engeland om artikelen zoals Wedgwood te kopen en Johann
bezocht tweemaal per jaar de Leipziger en Frankfurter Messe.
Beiden zaten in vele organisaties, onder meer van de Eerste Ne-
derlandsche Winkelweek, die hier in 1911 werd gehouden. In
1910 vond voor Paviljoen Welgelegen in de Haarlemmer Hout de
grote Nationale Bloemententoonstelling plaats. Als één van de
weinige zaken hadden de gebroeders Lamp een stand op het ten
toonstellingsterrein waar zij speciale vazen en bloembakjes te
koop aanboden. Dit was zo'n fraai en gewild artikel dat er zelfs
een zending geleverd werd aan de Koningin en aan de president
van de Verenigde Staten, Roosevelt.
De Eerste Wereldoorlog legde de zaak echter lam omdat de mees
te artikelen geïmporteerd werden, waarvoor Lamp vaak de alleen
verkoop had, zoals ook later de merken Wedgwood, Rosenthal,
Baccara, de Koninklijke Delftsche Aardewerkfabriek „De Porce-
253
