de horloges aan koperen roetjes die 's avonds in de laden van de werkbank werden opgeborgen. De voordeur bestond nog uit een boven- en onderdeur. In het voorhuis hingen de Friese staartklokken, de Schwarzwalder klok ken en de ronde caderklokken. Vlak tegenover de voordeur stond een vooruitspringend schot met een staand horloge dat de regula teur was, waarop de horloges en pendules geregeld werden. In de werkplaats stonden drie werkbanken waaraan Ten Boom met zijn twee knechten de reparaties verrichtten. Van een winkel was dus eigenlijk nog geen sprake. Op het gebied van de openbare uurwerken was het ook niet rooskleurig gesteld. De uurwerken in de kerktorens hadden alleen een uurwijzer. Wil de men de juiste tijd weten dan ging men naar het spoorwegstati on waar de klok van een minutenwijzer was voorzien. Het oüdste kind uit zijn tweede huwelijk was Casper ten Boom die al op twaalfjarige leeftijd bij zijn vader in de leer ging. Negen tien jaar oud vertrok hij naar Amsterdam om zich verder in het vak te bekwamen. Hij werkte ondermeer in het atelier van de heer A. Hohwü, een wereldberoemde fabrikant van chronometers en astronomische uurwerken die geleverd werden aan sterrekundige observatoria, onder andere in Rusland en Japan. Na verloop van tijd vestigde Casper ten Boom zich als zelfstandi ge horlogemaker in Amsterdam. Toen in 1891 zijn vader stierf, nam hij het jaar daarop de zaak in de Barteljorisstraat over. In die tijd waren de schoorsteenklokken en regulateurs groten deels afkomstig uit Duitsland en de pendules waren van Franse makelij. De horloges waren nog cilinderhorloges, die langzamer hand verdwenen door de komst van de „Waltham Watches" die goedkoper waren en ook veel preciezer liepen. De Zwitserse hor logenijverheid heeft zich hier langzaam geheel aan aangepast. Van de vier kinderen (Willem, Nollie, Betsy en Corrie) kwam alleen Corrie, de jongste dochter, bij hem in de leer. Zij genoot haar verdere opleiding op verschillende ateliers in Zwitserland. In 1921 was Corrie ten Boom de eerste gediplomeerde vrouwelijke horlogemaker in Nederland. In 1937 bestond de zaak 100 jaar. Op nummer 19 stapte men 257

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 259