zaak. Op nummer 2 bevindt zich de firma Kan. Isidor Kan begon
in 1917 een juwelierszaakje te Amsterdam in de Oude Brugsteeg
op de Wallen. Een belangrijk deel van zijn klanten bestond uit
publieke vrouwen die zich lieten betalen door hun klanten naar
dit zaakje mee te nemen om een armband of ring uit te zoeken.
Later brachten ze de sieraden weer terug en kregen hun provisie.
Menige prostituée had zo haar eigen ring of armband die telkens
verkocht en teruggebracht werd.
De zaken gingen zo voortreffelijk dat in 1924 in de Barteljoris
straat een zaak geopend kon worden waar zich een geheel ander
publiek aandfende. In die tijd moest men nog zelf goud en zilver
meebrengen wanneer men iets van deze edele metalen wilde aan
schaffen. Op die manier werden vele antieke spulletjes ingeleverd
die soms dadelijk werden doorverkocht.
De Tweede Wereldoorlog bracht als bij zo vele joodse midden
standers grote veranderingen met zich mee. Door een verordening
260
De bontzaak van Th. Weill en Zn., Barteljorisstraat 26-28, 1956 FotoA
Weill
k