ramen lezen we „sinds 1776". Het is echter geen Haarlemse maar
een Leidse juweliersfamilie die ook een zaak in de Anegang heeft.
De naam Fortgens was ook jaren aan de straat verbonden, name
lijk van 1912-1940 als juwelier en horlogemaker op nummer 44.
Momenteel bevindt C. Fortgens Jzn. zich in de Grote Houtstraat.
Eten en drinken
In 1901 sloot J.G.B. Klüken op nummer 5 zijn winkel. Daarmee
zouden alle herinneringen aan zijn zaak en persoon verdwijnen,
ware het niet dat de heer Tadema zijn jeugdherinneringen publi
ceerde in een uitgave van de Vereeniging Haerlem (1937) waarin
hij een ode brengt aan Klüken. Op nummer 5 kookte en braadde
deze beroemdste kok van Haarlem. Over de onderdeur keek deze
kleine gezette man, in de kledij van zijn vak, waardig de straat in.
Een en al voorkomendheid was deze cuisinier als hij voor het
samenstellen van een diner met een der Haarlemse dames in zijn
winkel met de hardstenen plavuizen in gesprek was. Er was bitter
weinig in uitgestald, of het moesten de helder blinkende roodko
peren braadpannen zijn, die in groten getale tegen de wand hin
gen. Die familiemaaltijden en diners waren van een ongekende
overdaad en duurden met een lange pauze uren achtereen. Oude
menu's moeten daar nog van getuigen.
Een andere cuisinier en tevens banketbakker in de straat was H.
Ferdinand Kuipers, die in 1938 op nummer 22 het 75-jarig be
staan van de zaak vierde. De helft van de voorgevel was daarom
tijdelijk veranderd in een oude banketbakkersetalage in de stijl
van Anton Pieck, met ouderwets gebak, honingkoeken etc. De
andere etalage toonde het moderne banketbakkerswerk. In de
winkel was een kleine expositie ingericht van oude bakkerijge
reedschappen, vakboeken en gravures.
In het oprichtingsjaar (1863) bevond de zaak zich nog aan de
Oude Groenmarkt 26, toen eigendom van bakker Alofs.
Het was een goede buurt voor een winkel. Voor de deur was de
wekelijkse schapen- en lammerenmarkt, oftewel de veemarkt, die
vele bezoekers trok. Rond de nabijgelegen Waag was een druk
handelscentrum en bovendien woonden er in de Damstraat en aan
Het Spaarne Haarlems gegoede ingezetenen. Het was in die tijd een
263