Onze kandidaat die is geen advokaat George Oversteegen en de Anti-Stemdwangpartij in de Haarlemse Raad (1927-1930). In 1927 kwam de grenswijziging, waar Haarlem al een kwart eeuw voor geijverd had, tot stand. Het grondgebied van de ge meente werd uitgebreid met dat van Schoten en Spaarndam en delen van Heemstede en Bloemendaal. De bevolking kwam daar mee van 80.000 op 110.000, reden om in Haarlem trots over „Groot-Haarlem" te spreken. Als gevolg van de annexatie werd de gemeenteraad van 35 tot 39 leden uitgebreid en op 6 juli moest Groot-Haarlem voor het eerst naar de stembus. Toen de uitslag bekend werd, bleek dat tot de verkozenen ook George Oversteegen, lijsttrekker van de Anti- Stemdwangpartij behoorde. Zijn partij kreeg 1012 stemmen (2,2%), net genoeg voor een restzetel. Zoals ail uit de naam blijkt, was het belangrijkste programmapunt van deze groep het verzet tegen de „stemdwang". Sinds 1917 kende ons land het algemeen kiesrecht. Hieraan was ook de op komstplicht verbonden. Tegen deze „stemdwang" richtten tegen standers van de parlementaire democratie hun acties. Bekend is het succes van de „Rapaillepartij", die in 1921 met twee ver tegenwoordigers in de Amsterdamse raad kwam, waaronder de zwerver Cornelis de Gelder, alias „Had-je-me-maar". De organi sator van deze stunt, bedoeld om het algemeen kiesrecht belache lijk te maken, was Erich Wichman, „de zuiverste vertegenwoordi ger van een stemming, die één der bronnen van het fascisme geweest is" (De Jonge). Men kan de Rapaillepartij overigens nog niet fascistisch noemen. Dit blijkt ook uit het feit, dat de tweede man op de lijst, Bertus Zuurbier, een anarchist was. Men moet hierbij bedenken, dat in het Amsterdamse bohémien-milieu, waarin Wichman verkeerde, pre-fascisme en anarchisme nog door elkaar liepen. Wat deze stromingen verenigde was de gemeenschappelijke afkeer van het parlementarisme. Over de rol van staat en gezag liepen hun opvat tingen echter sterk uiteen. 287

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 289