deze verkiezing is helemaal geen arbeidersbelang betrokken. Ik persoonlijk en ook mijn partij, ben het eens met de woorden in het tweede couplet van de Internationale': ,De Staat verdrukt, de Wet is Logen'. Het spreekt vanzelf, dat ik er niet aan kan medewer ken, aan de bestuurstafel iemand te kiezen, die de leugen hand haaft. Daarom wens ik bij de wethoudersverkiezing buiten stem ming te blijven." (Ook het Raadsheertje trekt regelmatig fel van leer tegen wethouders, met name die van de SDAP: „Het regee- ringskussen was mij als Sociaal-Democraat erg lief/Als volksver lakker had ik van mijn zetel bijzonder veel gerief'; Raadsheertje, no. 7, „grafschrift op een Sociaal-Democraat"). Oversteegen bleef niet alleen buiten stemming, hij weigerde ook zelf te stemmen, hetgeen hem in conflict bracht met het reglement van orde (de enige mogelijkheid om zich van stemming te onthou den, is door zich tijdig uit de raadszaal te verwijderen). Toen Oversteegen bleef volharden in zijn weigering, liet men het er wijselijk maar bij zitten. Een ander voorbeeld van zijn obstructie tegen de parlementaire spelregels is de volgende woordenwisse ling met het onafhankelijke raadslid Van der Kamp. Aanleiding was Oversteegens verzet tegen de voorgestelde aankoop van enige krotten door de gemeente. „Ik eisch hoofdelijke stemming Van der Kamp: En hij is een tegenstander van stemmen! Oversteegen: Het zijn jelui eigen wetten." Vervolgens onthield hij zich op de gebruikelijke wijze van stemming. Origineel is zijn optreden in de raad zeker te noemen. Zo vertoon de hij eens een jampot vol wandluizen, om te bewijzen dat de insectenverdelging door de gemeente slecht functioneerde. Buiten de raad kwam Oversteegen meermalen met de justitie in aanra king, waaronder éénmaal wegens majesteitsschennis, toen „Het Raadsheertje" een artikel met de volgende tekst opnam: 1898-1928 Mientje Heintje Jaantje Staat van nuttige werkzaamheden 292

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 294