tor, die hem bruikbaar maakten in de Communistische Partij. Bovendien bracht hij een raadszetel mee, aangezien de CPH had geëist dat hij niet zou aftreden. „Het Raadsheertje", dat toen al enige tijd niet meer verscheen, werd nog éénmaal uitgebracht. Vooral het feit dat Oversteegen zijn raadszetel niet had opgegeven werd hem zeer kwalijk geno men. Door het verdwijnen van haar belangrijkste spreekbuis, verdween de ASP uit de publiciteit. De economische crisis die in' 1930 zijn intrede deed, had de politieke tegenstellingen in ons land zo ver scherpt, dat er voor een ludiek verschijnsel als de Anti-Stemdwang- partij geen ruimte meer was. Het WAC bleef wel voortbestaan, maar door Oversteegen's over gang naar de CPH hadden de communisten ook hier de leiding overgenomen. In 1931 werd Oversteegen opnieuw gekozen in de raad, nu als tweede man in de communistische fractie. De toenemende werk loosheid leidde regelmatig tot demonstraties door het WAC. Na de rellen op de Groote Markt van 31 december 1930 schreef De Tribune onder de kop „De moordaanslag op (partijgenoot) Van Oversteegen (sic)": „Er ontspon zich een hevig gevecht, waarbij pg. Van Oversteegen door een sabelhouw op zijn schouder werd getroffen, die vrijwel geheel spleet. Zwaar gewond reeds, sloegen de politiebeulen hem als dollen met de gummi-knuppel op hoofd en schouders, totdat pg. Van Oversteegen bewusteloos in-een zak te." In de CPH voelde hij zich toch niet thuis. Al bij zijn studieverblijf in Moskou (1931) begon hij te twijfelen aan de politiek van Sta lin. In 1935 trok hij zich terug als raadslid, en verliet de partij. In twee boeken: „Ik wend mijn schreden van Rusland van heden" en „Moskou zonder Masker" rekende hij af met zijn communisten tijd. George Oversteegen woont thans in Utrecht, waar hij een reisbureau heeft. 295

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 297