Haarlems Monumentenzorg in 1976
Iemand woont in de Achterhoek en is erfgenaam van een monu
ment dat in Haarlem staat. Een groot leeg pakhuis met een groot
lekkend dak. Op de gevel een vervaagd opschrift: „Haarlemsche
Eierveiling W.Th. Nass". De erven hebben er weinig zin in deze
nalatenschap te koesteren als een dierbare herinnering aan hun
vaders zakentalent. Er is geen huuropbrengst maar er zijn wel
hoge reparatiekosten. Men wil van de zorg af en wendt zich tot
een Haarlemse monumentenman. Deze ziet een kans die niet ver
loren mag gaan. Op overtuigende toon laat hij het woord Dioge
nes" horen. Dat valt niet slecht, vanwege de associatie met de op
een ton gestelde vraagprijs. Het contact wordt gelegd. Voorzitter
Lijnzaad etaleert de beginselen van zijn Stichting en is bereid de
eigenaren voor een halve ton van de rompslomp af te helpen. De
koop wordt gesloten; de met de transactie belaste zoon Nass gaat
met zestig mille naar Zevenaar terug, de zorg voor het erfgoed
Korte Spaarne 15 achterlatend in de betrouwbare handen van
de Haarlemse Diogenes. Tot vijftien ton zou deze zorg oplopen,
een schrik die nogal wat beroering teweegbracht toen bleek dat de
subsidies ontoereikend waren om tot een rendabele exploitatie te
komen.
De in 1974 verworven aanwinst is eigenlijk een monument met
twee gezichten. Het loopt namelijk door van het adres Korte
Spaarne 15 tot Spaarnwouderstraat 19. Tussen beide ge
vels gaat een uit verschillende lagen opgebouwde ruimte schuil
van totaal 1900 kubieke meter. Architect P. van der Sterre te
Leiderdorp, eerder reeds betrokken geweest bij de restauratie van
het tegenoverliggende huis Donkere Spaarne 56, kreeg opdracht
een plan te maken. Hij ontwierp acht appartementen, vier aan de
voorkant en vier aan de achterkant. De aannemer Van de Luit-
gaarden te Rotterdam, die goed werk leverde met de restauratie
van Gedempte Oude Gracht 60, stapte in juni 1975 met zijn
mensen van dat karwei over naar Korte Spaarne 15. Een duidelijk
inzicht in de kosten was toen nog niet verkregen. Het gebouw
moest eerst worden uitgepeld alvorens de gebreken konden wor-
307