het feit dat ,,'t Zeepaert" niet staat vermeld op de in 1628 door
Ampzing opgestelde lijst van Haarlemse bierbrouwerijen. In elk
geval was er in 1641 van deze bestemming geen sprake meer. Een
verkoopakte uit dat jaar maakt melding van „een groot, schoon,
weldoortimmert huijs metten erve, met twee gevels van vooren tot
achteren, staande ende leggende op het Corte Spaerne, genaempt
de Vergulde leggende Bastaert Pijp, ofte vanouts genaempt het
Zeepaert, met een groote wijnkelder ende koorensolders". De
nieuwe aanduiding doet denken aan een herberg. Misschien werd
deze later verplaatst naar de Smedestraat. Allan noemt een daar
gevestigde herberg van die naam in zijn deel I, blz. 378. Ook in
1705 heet het huis aan het Korte Spaarne nog „De Bastert Pijp",
maar in 1712 wordt gesproken over „een huijs met den erve, van
outs genaempt de Bastert Pijp". Dit is eveneens het geval in 1725.
De akten van 1765 en 1781 laten deze herinnering aan het verle
den geheel schieten. Sinds de naam is komen te vervallen wordt
over de bestemming niet gerept. Deze blijft althans voor het ach
tergedeelte onzeker. De zijde aan het Korte Spaarne zal wel steeds
tot woonhuis hebben gediend. In 1781 komt er weer enige duide
lijkheid wanneer de wijnkoper Gerrit Jongeling als nieuwe eige
naar wordt genoemd. Hij weet het er lang uit te houden, want ook
in 1829 registreert men hem nog als bewoner, 88 jaren oud. Na
die tijd is er een vrij groot aantal bewoners; het pakhuis was toen
blijkbaar met woonvertrekken betimmerd. Deze indeling is te zien
op een uit 1936 daterende tekening in het archief van de dienst
Bouw- en Woningtoezicht. De bestemming van het bedrijfsgedeel-
te tot wijnkopershuis duurt tot ongeveer 1870, onder de firma
naam „Van Bemmelen en Damen". Vervolgens wordt er een han
del in „succade en snippers" gevestigd. Dit blijft zo tot omstreeks
1923. Een familielid van de betreffende koopman, mej. A.J. van
Maas, probeert sindsdien het hoofd boven water te houden als
pensionhoudster en houdt dat vol tot 1934.
In 1936 lijkt het pand levenloos te zijn geworden. De reeds ge
noemde opmetingstekening wordt dan gemaakt teneinde te bezien
wat met het gebouw gedaan kan worden om het te exploiteren.
Men ontwerpt aan de zijde van de Spaarnwouderstraat twee win
kelhuizen, waarbij de uit het laatste kwart van de zestiende eeuw
311