monument in de vorm die het in eerste aanleg had. Dit wordt in
onze tijd niet meer gedaan. Reeds het ontbreken van alle gegevens
omtrent die oudste toestand maken een dergelijk streven zinloos.
Volgens de huidige opvattingen worden verscheidene veranderin
gen die in de loop van de tijd zijn uitgevoerd geaccepteerd. Zij
moeten de historiciteit natuurlijk niet al te veel schaden en ook
stijlkundig iets te betekenen hebben. Het is niet altijd gemakkelijk
om te bepalen wat wel en wat niet ontzien moet worden. Met
veranderingen uit het eind van de vorige eeuw wordt als regel
minder zorgvuldig omgesprongen dan met datgene wat ouder is.
De constructie van Korte Spaarne 23 en 25 bestaat grotendeels
nog uit authentieke elementen. In bepaalde ruimten zijn de balk
lagen van moer- en kinderbinten later door stucadoorwerk aan
het oog onttrokken. Dit is zo gelaten in de vertrekken waar die
plafonds van waarde zijn. Daarentegen is onder andere op de
beganegrond van het linker pand de balklaag weer in het gezicht
gebracht. Aldus is het oorspronkelijke karakter op verscheidene
plaatsen herkenbaar geworden.
De twee gevels aan het Spaarne vereisten bij het opstellen van het
restauratieplan uiteraard extra aandacht. Hoewel de panden blij
kens de plaats van de gemeenschappelijke tussenmuur van binnen
even breed zijn, lijkt aan de buitenkant het linker huis breder te
zijn dan het andere. Dit bedrog is ontstaan doordat nummer 23 op
de eerste en tweede verdieping elk vier ramen heeft en nummer
25 slechts drie. De scheiding ligt uit het midden. Deze raamgroe
pen corresponderen daardoor niet met de as van beide geveltop
pen, die wèl gelijk van breedte zijn. Het lijkt onverklaarbaar wat
de reden van genoemde onregelmatigheid is geweest.
Tot op het moment van de restauratie overheersten in het gevel
beeld de veranderingen uit het eind van de vorige en het begin
van deze eeuw. De ramen op de eerste verdieping waren T-vormig
ingedeeld en de drie rijen daarboven hadden tweedelige stolpra-
men. Links onder was de uit omstreeks 1900 daterende pui met
de tegelstrook „Zuid Hollandsche Bierbrouwerij", waarvan M.
Doodeheefver hier een hoofdagentschap had. Later werden recla
meborden van P. Holtring aangebracht. De pui van het hoekhuis
bevatte de tussen 1890 en 1900 aangebrachte dubbele deur van de
324