beneden- en bovenwoning met daarnaast twee achttiende-eeuwse raamkozijnen die waren voorzien van een indeling uit ongeveer 1860. Een in het archief van de rijksdienst voor de monumentenzorg gevonden foto uit het laatste kwart van de vorige eeuw werd uitgangspunt voor de gevelrestauratie. Opmerkelijk op die foto is vooral de achttiende-eeuwse deuromlijsting van het hoekhuis. De ze deurpartij is zorgvuldig gereconstrueerd. De drie ramen daar boven, welke omstreeks 1890 vakkundig naar onder toe zijn ver lengd, werden overeenkomstig de afbeelding weer op de oude maat gebracht. De cordonband kwam daarbij terug op de oor spronkelijke hoogte; het aantal natuursteenblokjes ter weerskan ten van de ramen op deze band is tot het oorspronkelijke getal verminderd. De drie rijen ramen boven de eerste verdieping her kregen alle een achttiende-eeuwse indeling. De foto getrouw vol gend werden de ruitjes van nummer 23 iets groter gemaakt dan die van het hoekhuis. Deze raamkozijnen bleken de pengaten te bevatten van de middenstijl en de tussendorpel, uit de tijd dat het nog kruiskozijnen waren. De eerste cordonband boven de beganegrond zat van oorsprong in beide gevels op gelijke hoogte. Dit is te zien op een foto uit 1859, op te nemen in het Jaarboek 1977.De band van de linker gevel is bij de restauratie gelaten op de lagere plaats waar hij kort na 1860 werd aangebracht. De gevelindeling loopt hierdoor als het ware mee met het naar links aflopende straatpeil, hetgeen optisch gunstig is. De foto waarnaar de gevels zijn aangepast staat afge drukt in het jaarverslag 1974 van de vereniging „Hendrick de Keyser". Met het bovenstaande zijn we nog niet geheel op beide gevels uitgekeken. Uiterst links is een smalle verticale strook metselwerk zichtbaar. Deze is een restant van de gevel die gestaan heeft op de plaats waar nu een groot gat is. Eertijds was daar de bierbrouwerij „De Mouthaen". De kaart van Nautz, gemaakt in 1822, toont reeds een open plek. De gevelstrook blijkt de kopkant van de gepleisterde zijmuur te zijn. In feite heeft deze muur dus bij de gesloopte belending behoord. De muur moest blijven staan omdat het huis 23 geen eigen bouwmuur had. Het zou dus kunnen zijn 325

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 327