Voor ons is vooral van belang wat er gebeurde met hetgeen ge
kocht was door Laignier en Mahieu. Rond 1620 breidden zij het
resterende gebouw uit met een vleugel langs de Kleine Houtstraat,
tot aan de Gortestraat. De straatgevel van de verdieping kwam te
staan op de oude tuinmuur. Ook dit opgetrokken muurwerk bleef
nagenoeg blind. Meer aandacht besteedde men aan de zijde van
de binnenplaats. Door afwisseling in steenkleur en door versierin
gen in het metselwerk kreeg de gevel daar een levendig aanzien.
In deze uitbreiding werd een Tafel van Leeninge" gevestigd.
Later wordt in de eigendom en exploitatie betrokken de schoon
zoon van Laignier, Cornelis Ormea. Op 3 januari 1662 worden
het gebouw en het beheer overgenomen door de gemeente. Dit
heeft opnieuw een bouwactiviteit tot gevolg, want dan verschijnt
aan de Gortestraat een toevoegsel dat zich door zijn paarsbruine
steen duidelijk onderscheidt van wat er reeds stond aan de Kleine
Houtstraat. Het gemeentearchief bezit van deze bouw een bestek,
hetgeen een zeer opmerkelijk document is. Ook bij deze vleugel
hield men de straatzijde gesloten. De lengte werd bepaald door de
beschikbare afstand tot een huisje in de Gortestraat, dat er al was
ten tijde van Van Wissen en steeds is meeverkocht. Op de plaats
van deze later verbouwde en in 1958 gesloopte woning is bij de
restauratie een nieuwbouw van ongeveer overeenkomstige grootte
gemaakt, waarin onder andere de keuken van het restaurant werd
opgenomen.
De twee in de zeventiende eeuw gebouwde vleugels waren de
eigenlijke Bank van Lening. Op de beganegrond aan de Kleine
Houtstraat, links van de ingangshal, werden de te belenen goede
ren in ontvangst genomen, De verkoopkamer was aan de zijde van
de Gortestraat. De eerste verdieping en de zolders van beide vleu
gels dienden tot opslagplaatsen. Blijkbaar zijn de van het oude
burgemeestershuis resterende vertrekken, rechts van de ingangs
hal, tot in de veertiger jaren van onze eeuw gebruikt als dienstwo
ning. In 1942 werd aldaar een Volkskredietbank gevestigd. Deze
zou vervolgens alle woonruimten opslokken. De Bank van Lening
werd in 1958 opgeheven en de Volkskredietbank verhuisde in
1960 naar een ander gebouw. Met de toen ontstane leegstand brak
een periode aan van grote onzekerheid omtrent de toekomst van
332