Overzicht van de veldactiviteiten van de
Afdeling Kennemerland van de
Archeologische Werkgemeenschap voor
Nederland (A.W.N.)
Werkgroep Haarlem
De in het Jaarboek 1975 genoemde opgravingen onder de vloeren
in het voormalig Brinkmann-complex werden tot 10 april 1976
voortgezet. Hoewel op verscheidene plaatsen gegraven werd, ble
ken zo veel funderingsresten, beer- en waterputten voor te komen
dat slechts sporadisch een klein stukje voor onderzoek bruikbaar
was. De al in 1975 gedane constatering dat de oudste bewoning
hier op het oude duinzand dateert uit de llde-12de eeuw, werd
ook in 1976 bevestigd. Onder de genoemde omstandigheden bleek
een opgraving van grotere omvang niet mogelijk. Daar de amove-
ring Van de bebouwing op het achterterrein voorlopig werd uitge
steld, was een voortzetting van de onderzoekingen niet mogelijk
en moest tot stopzetting worden besloten.
In februari, maart en april werden de navolgende boringen ver
richt:
a) in de tuin van het Bisschoppelijk Museum aan de Jansstraat.
Tussen 2.20-2.60 m beneden maaiveld werden in een lichthumeu-
ze zandlaag houtskoolsporen en een visbotje gevonden. Deze wij
zen op het voorkomen van menselijke activiteit in de omgeving.
b) in de tuin achter het pand Warmoesstraat 10 van Boekhandel
A. Vernout. Tot op een diepte van ca. 2.00 m kwamen nog puin-
en mortelresten voor. In het zand hieronder kon geen antropogene
beïnvloeding worden waargenomen.
c) op de binnenplaats (het parkeerterrein) van de Arrondisse
mentsrechtbank aan de Jansstraat, tezamen met de Rijks Geologi
sche Dienst. Hier waren er puinresten tot een diepte van 1.50 m.
Er onder was een laag van ca. 10 cm dikte met houtskoolsporen
en wij vonden ook een kogelpotachtig scherfje (ca 12de-14de
eeuw). Beneden dit niveau waren geen antropogene sporen.
d) in de tuin van het pand Ravelingsteeg 13. Tot een diepte van
359