breed) werd waargenomen even uit het midden van de weg, even
wijdig aan de oostgevel. Het steenformaat 3,5 x 9 x 20 cm kan
mogelijk uit de 17de of 18e eeuw stammen. Volgens de waarne
mingen van de gemeentelijke opzichters zou deze rioleringsrest
zeker tot aan het Verwulft hebben doorgelopen (zie ook hier on
der).
De aanwijzingen uit de boringen g) en h) en het beschikbaar zijn
van beide terreinen was aanleiding tot de start van archeologische
opgravingen daarop van af april, die tot op heden voortduren.
Vooral de tuin van het Barbara Gasthuis leverde een spectaculair
resultaat op: in een depressie van het oude duinzand, op een
diepte van 3.30 m, met spoellaagjes, vonden wij inheems aarde
werk tezamen met scherven van een Romeinse dolium. In een
daarboven liggende laag waren naast veel botten (o.a. ook een
paardeschedel) scherven aanwezig die dateerden uit de 12de-14de
eeuw. In beide opgravingen kon worden vastgesteld dat het be
treffende terrein in de achter ons liggende eeuwen meters werd
opgehoogd.
Door een lid van de werkgroep (de Heer J. van Greevenbroek)
werden de werkzaamheden aan het vernieuwen van rioleringen
begeleid. Op het Verwulft kruiste de sleuf voor de nieuwe riole
ring een oud riool, hoogte 2.00 m en breedte 1.70 m. De maten
van de rode en gele bakstenen wijzen op een aanleg in de 17de-
18de eeuw. In de Doelstraat, de Breestraat en de Grote Hout
straat tegenover het Proveniershuis, werden grote ronde waterput
ten aangetroffen. Ze lagen midden in de straten en waren kenne
lijk voor algemeen gebruik bestemd. Daarop wijzen ook de grote
afmetingen: doorsnede 2.50 m en diepte 3.50 m. Het aardewerk
dat in de verschillende rioleringssleuven werd aangetroffen, was
niet ouder dan de 15de eeuw: scherven van Siegburgkannen.
Met de leden van de werkgroep werden werk- en studiebezoeken
gebracht aan Kennemerland, de Ruïne van Brederode, het Gooi,
het Muiderslot, Wijk bij Duurstede en Utrecht, benevens aan de
musea in Leiden, Hoorn, Delft, Den Haag, Amsterdam, Nijmegen
en Langbroek alsook in Aardenburg, Brugge en Gent.
Een cursus werd gevolgd voor het determineren van botten onder
leiding van mevrouw drs. L.H. van Wijngaarden-Bakker van het
361