Vijfenzeventig jaar Vereniging „Haerlem'" 1Inleiding In 1926 beschreef secretaris J.L. Tadema de eerste 25 jaar van de vereniging en in 1951 belichtte P.A. Dijkema een aantal saillante punten uit de vijftigjarige geschiedenis van „Haerlem"1)- Nu, in 1976, is mij verzocht de gehele 75 jaar te beschrijven. In tegen stelling tot Tadema en Dijkema kan ik niet bogen op een lang bestuurslidmaatschap, slechts voor de laatste tien jaar kon ik uit eigen herinnering putten, maar het verenigingsarchief en de atlas „Verdwijnend Haarlem" vergoedden veel en verschaften het ma teriaal voor de artikelen die in dit jaarboek en in dat van het vol gende jaar gepubliceerd worden. „Haerlem" heeft zich op veel terreinen actief bewogen. Twee van deze terreinen, het uitgeven van publikaties en het waken voor het stadsschoon, boeiden mij persoonlijk zo zeer dat de hieraan gewij de tekst te uitvoerig werd om een paragraaf te blijven in dit artikel Vijfenzeventig jaar Vereniging Haerlem"Deze twee taken van „Haerlem" zijn daarom in aparte artikelen behandeld. In dit jaarboek treft u het artikel Vijfenzeventig jaar Verénigingspnbli- katies aan, in het jaarboek 1977 zal het artikel Vijfenzeventig jaar op de bres voor de monumenten en het stadsschoon van Haarlem worden gepubliceerd. Als bronnen werd gebruik gemaakt van de jaarverslagen, sedert 1904 aanwezig en dankzij het feit dat ze steeds gedrukt werden gemakkelijk te raadplegen. Voorts van de notulen van bestuurs- en ledenvergaderingen welke met een hiaat van 1928 tot 1940") van de oprichting af voorhanden zijn, maar vooral van de dos siers, correspondentie e.d. die in het verenigingsarchief bewaard werden. Dit archief, tot dusver ondergebracht in de Hoofdwacht, werd ten behoeve van dit artikel geordend en is thans in bewaring gegeven bij het gemeentearchief. Verscheidene bestuursleden en oud-bestuursleden hebben op mijn verzoek de tekst van deze artikelen doorgenomen en van op- en 51

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1976 | | pagina 53