Loosjes, behalve bestuurslid van „Haerlem", ook voorzitter van
de Vereeniging tot Verfraaiing van Haarlem en omliggende ge
meenten en tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer.
Ir. J.A.G. van der Steur was in 3 901 36 jaar oud. Hij was een
geboren Haarlemmer waar zijn vader architect en tevens raads
lid was. In 1888 vestigde hij zich ook als architect te Haarlem, de
eerste jaren samen met zijn vader. Het Brongebouw, de restaura
tie van de Bavo, veel woonhuizen en winkels, het Lutherse wees
huis, het Hervormde Weeshuis (Coen Cuser Huis), de bijgebou
wen van de Doopsgezinde kerk, Hotel Duin en Daal en de Stads
schouwburg, waren een aantal Haarlemse opdrachten aan Van der
Steur. Tevens was hij waarnemend commandant van de Haarlem
se schutterij, terwijl hij later, na zijn vertrek uit Haarlem, een
belangrijke rol zou spelen bij de bouw van het Vredespaleis,
hoogleraar bouwkunde in Delft zou worden en gedurende een
lange reeks van jaren voorzitter zou zijn van de Rijkscommissie
voor de monumentenzorg.
Dr. M.C.A. Bijleveld tenslotte was 39 jaar en geneesheer te Haar
lem. Hij was Rotterdammer van geboorte, zijn vader was procu
reur-generaal bij het Haagse gerechtshof. Hij was tweemaal ge
huwd met een freule Martini Buijs.
Recapitulerend kunnen wij zeggen dat „Haerlem" werd opgericht
door een negental Haarlemse notabelen, variërend in leeftijd van
32 tot 59 jaar, alle geloofsrichtingen vertegenwoordigend. De be
roepen van de oprichters waren typisch die waaruit ook in later
jaren de bestuurderen gerecruteerd zouden worden: een gemeente
bestuurder, een uitgever, een archivaris, een bibliothecaris, een
gemeentesecretaris, een museumdirecteur, een lid van de rechter
lijke macht, een architect en een vertegenwoordiger van de vrije
beroepen: een arts. Ook de maatschappelijke functies der oprich
ters, zoals kerkvoogd en directeur Teylers Stichting, zouden in
later jaren vele malen terugkeren.
In de oprichtingsvergadering werden, zoals gezegd, de statuten
direct vastgesteld. Doel was „de beoefening der geschiedenis van
Haarlem". De vereniging „tracht deze uit de bronnen te leeren
kennen en te doen kennen". Dit zou men op drie manieren doen:
„a. door het aanleggen en bijhouden van leggers of repertoria van
60