die Van Tienhoven bestuurde bleven, tot groot profijt van alle
betrokkenen.
In 1907 verliet ir. J.A.G. van der Steur het bestuur wegens zijn
vertrek naar Den Haag, waar hij zich vestigde in verband met de
bouw van het Vredespaleis. Hij had zojuist zijn Oude Gebouwen
in Haarlem van de pers zien komen. Ook na 1907 bleven de
contacten tussen „Haerlem" en deze voorzitter der Rijkscommis
sie voor de Monumentenzorg bestaan.
Mr. J. de Vries van Doesburgh vertrok in 1909 naar Zierikzee,
zodat van 1910 af het bestuur uit 10 personen bestond. Door het
reeds gememoreerde vertrek uit het bestuur van Van Riemsdijk in
1915 en het overlijden van Von Saher in 1918, kwamen twee
plaatsen vrij die in 1918 bezet werden door dr. H.D. Kruseman
en H.E. Knappert.
Dr. H.D. Kruseman was apotheker te Haarlem al de derde
generatie in deze apotheek! en tevens wethouder. Hij zou reeds
in 1920, twee jaar later, overlijden. Hij liet „Haerlem" een legaat
van 5.000,na, een vorstelijk bedrag in die jaren22).
H.E. Knappert was begonnen met een loopbaan als predikant
(Nieuwveen, Franeker, Haastrecht en Zaandam). In 1908 begon
hij met een rechtenstudie te Leiden. In 1914 werd hij benoemd tot
adjunct-archivaris van Haarlem en in 1916 tot archivaris. Tot
1936, dus twintig jaar, zou hij gemeente-archivaris van Haarlem
blijven, tot 1938 bleef hij bestuurslid van „Haerlem". Bekend in
die jaren waren zijn Schetsen uit Haarlem's verleden die in het
Haarlem's Dagblad verschenen en waarvan ook een verenigings-
publikatie werd gemaakt. Wetenschappelijk was zijn verdienste
niet groot en voor iemand die zo lang gemeentearchivaris en be
stuurslid van een plaatselijke historische vereniging was, is het
publicistisch werk opvallend gering.
In 1920 werden er wederom twee nieuwe bestuursleden benoemd:
mr. A.J. Enschedé en Jan Veder. Mr. A.J. Enschedé (1889-1940)
was firmant van Johannes Enschedé en Zonen, maar daarnaast
ook raadslid te Bloemendaal. Hij was een kleinzoon van de be
kende A.J. Enschedé, de eerste archivaris van Haarlem, en had
van hem een grote interesse voor oud Haarlem geërfd. Hij was
auteur van boekjes over de Waalse kerk en het Museum van
69