het bezit gekomen van een verzameling tekeningen, prenten etc.
betreffende Haarlem. Deze verzameling breidde hij uit en hij leg
de een uitgebreide documentatieverzameling aan betreffende de
Haarlemse geschiedenis. Als bestuurslid van „Haerlem" ordende
hij de atlas „Verdwijnend Haarlem", verzorgde de verenigingsbi
bliotheek en stelde de kronieken 1929 en 1930 samen voor de
twee eerste jaarboeken der vereniging. Hij was een zwager van
Jan Tadema, „Haerlem'"s voorzitter.
In 1930 overleed, zoals gezegd, het bestuurslid Jan Veder en in
1931 zouden Vincent Loosjes, A.H. Broos en J.H. Kersten over
lijden. Loosjes was gedurende zes jaar „Haerlem"'s voorzitter
geweest en werd nu als zodanig opgevolgd door secretaris Tade
ma.
Voor de vakante secretarispost vond men P.A. Dijkema bereid.
Deze zou van 1931 tot 1955 secretaris zijn en daarna nog tot
1974 bestuurslid blijven. In hetzelfde jaar 1931 was Dijkema
medewerker geworden van De Erven Bohn N.V., waar hij in later
jaren directeur werd. Tot 1951 zou hij deze functie blijven bekle
den, toen echter werd hij directeur van de Haagse firma Martinus
72
Diner in de Hoofdwacht op 21 november 1956 ter gelegenheid van het
afscheid van B.F. Enschedé als bestuurslid. Zittend v.l.n.r.: mej. dr. G.H.
Kurtz; J.J. Luijten; A.J.M. van Os. Staand v.l.n.r.: H.E. Stenfert Kroese; ir.
H.A. Breuning; mr. C.W.D. Vrijland; H.B.E. Warnaars; P.A. Dijkema; B.F.
Enschedé; C. Spoelder; mr. C.M.J. de Jongh (atlas Verdwijnend Haarlem).